39Z5T7010.fm 13 ページ 2019年10月31日 木曜日 午前10時22分
VONKENVANGER (sommige uitvoeringen)
In Europa en in andere landen waar machinerichtlijn 2006/42/EG geldt,
moeten deze reinigingswerkzaamheden door uw onderhoudsdealer worden
uitgevoerd.
De vonkenvanger is een standaard of optioneel onderdeel, afhankelijk van de
motoruitvoering. In sommige landen is het gebruik van een motor zonder
vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften
en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij geautoriseerde
Honda onderhoudsdealers.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking te
behouden.
Als de motor heeft gedraaid, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
De vonkenvanger verwijderen
1. Verwijder de twee 8 mm moeren en haal de uitlaatdemper los van de
cilinder.
2. Verwijder de drie 4 mm schroeven uit de uitlaatbuis en verwijder de buis.
3. Verwijder de 6 mm schroef en de vier 5 mm schroeven van de
uitlaatdemperbeschermer en haal deze los.
4. Verwijder de twee 5 mm schroeven uit de vonkenvanger en haal de
vonkenvanger los van de uitlaatdemper.
DEMPER
BEVEILIGING
SCHROEF 6 mm
MOEREN 8 mm
Inspectie & reiniging van vonkenvanger
1. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het
gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas
op en beschadig het gaas niet. Vervang de
vonkenvanger als deze breuken of gaten
vertoont.
2. Installeer de vonkenvanger, de uitlaatdemperbeschermer, de uitlaatbuis
en de uitlaatdemper in omgekeerde volgorde van verwijderen.
STATIONAIR TOERENTAL
Aanpassen
1. Start de motor buitenshuis en laat
warmdraaien tot de normale
bedrijfstemperatuur.
2. Zet de gashendel in de
minimumstand.
3. Draai de gasklepaanslagschroef
om het juiste stationair toerental
te verkrijgen.
Standaard stationair toerental: 1.400 ± 150 min
SCHROEVEN 5 mm
UITLAAT
DEFLECTOR
SCHROEF 4 mm
5 mm
SCHRO-
EVEN
DEMPER
VONKENVANGER
GAAS
AANSLAGSCHROEF GASKLEP
-1
(tpm)
NEDERLANDS
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES
UW MOTOR STALLEN
Voorbereiding op stalling
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u dat
roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren en zal
de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
Reinigen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen voordat
u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk beschadigde lak bij
en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger, kan er
water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water in het
luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat zo het
luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder terechtkomen en
schade veroorzaken.
Brandstof
Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de samenstelling
van de brandstof snel verslechteren en oxideren. Verslechtering en oxidatie van
de brandstof kunnen al binnen 30 dagen optreden en kunnen schade
veroorzaken aan de carburateur en/of het brandstofsysteem. Raadpleeg uw
onderhoudsdealer voor aanbevelingen voor opslag.
Benzine zal tijdens stalling oxideren en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.
De tijdsduur dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan worden
gelaten, zonder functionele problemen te veroorzaken, hangt van
verschillende factoren af zoals benzinemengsel, uw opslagtemperaturen, en
of de brandstoftank helemaal of gedeeltelijk vol is. De lucht in een
gedeeltelijke gevulde brandstoftank bevordert brandstofverval. Warme
opslagtemperaturen versnellen het brandstofverval.
Brandstofverslechteringsproblemen kunnen dan al binnen een paar
maanden optreden, of zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank
is gevuld niet nieuw was.
Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als
gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de garantie
van de dealer (Distributor's Limited Warranty).
U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een
benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of u
voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de brandstoftank
en de carburateur af te tappen.
Een benzinestabilisator toevoegen voor langere
brandstofhoudbaarheid
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
nieuwe benzine. Als de tank slechts gedeeltelijk gevuld is, zal de lucht in de
tank leiden tot brandstofverslechtering tijdens de stalling. Als u een
benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe
benzine bevat.
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
2. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat in de carburateur alle
onbehandelde benzine is vervangen door behandelde benzine.
3. Zet de motor uit.
13