Bedieningsprincipe
De kookplaat is voorzien van elektro-
nische sensortoetsen. Deze reageren
op vingercontact. De sensortoets Aan/
Uit moet bij het inschakelen om vei-
ligheidsredenen iets langer worden aan-
geraakt dan de overige toetsen.
Elke reactie van de toetsen wordt be-
vestigd met een akoestisch signaal.
Als de kookplaat is uitgeschakeld, zijn
alleen de op de sensortoetsen gedrukte
symbolen en de getallenreeks voor het
instellen van de vermogensstanden
zichtbaar. Als u de kookplaat inscha-
kelt, lichten ook andere sensortoetsen
op.
De kookzones moeten "actief" zijn als u
een vermogensstand instelt of wilt wijzi-
gen. Als u een kookzone wilt activeren,
raakt u de bijbehorende kookzonedis-
play aan. Als u de kookzonedisplay
hebt aangeraakt, begint dit te knippe-
ren. Zolang de display knippert, is de
kookzone "actief" en kunt u een vermo-
gensstand of tijd instellen.
Uitzondering: als slechts één kookzone
in gebruik is, kunt u de vermogensstand
zonder activering wijzigen.
Storing door vuile en/of bedekte
sensortoetsen.
De sensortoetsen reageren niet of er
worden ongewenste schakelingen
uitgevoerd, mogelijk wordt de kook-
plaat zelfs automatisch uitgescha-
keld (zie het hoofdstuk "Veiligheids-
functie", onder "Veiligheidsuitschake-
ling"). Hete pannen op de sensor-
toetsen/displays kunnen de daaron-
der liggende elektronica bescha-
digen.
Houd de sensortoetsen en displays
schoon.
Plaats geen voorwerpen op de sen-
sortoetsen en displays.
Plaats geen hete pannen op de sen-
sortoetsen en displays.
a Bereik van de sensortoetsen en dis-
plays
Bediening
37