4. Met behulp van twee 6 mm x 38 mm (1/4-20 x 1,50")
lange voldraadbouten of bouten en moeren de
wielhelften losjes aan elkaar bevestigen. Schroeven of
bouten in tegenover elkaar liggende gaten monteren.
5. Controleer of alle delen goed recht tegenover elkaar
zitten. Draai de bouten ombeurten en kruiselings aan,
totdat de wielhelften tegen elkaar aan getrokken zijn.
6. Monteer 2 bouten en moeren, die u eerder verwijderd
hebt, in de resterende gaten in de wielhelften en draai
ze vast. Verwijder de 2 lange schroeven en bouten en
vervang deze door 2 bouten en moeren.
7. Monteer het wiel op de as met de bouten, vulplaat en
moer. Plaats de vulplaat tussen de wielnaaf en de as.
Brandstoffilter
Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter na elke 100 bedrijfsuren of elk
jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. De beste tijd om het brandstoffilter te
vervangen (fig. 34) is wanneer de tank leeg is. Nooit een
vuil filter opnieuw installeren nadat het van de
brandstofslang verwijderd is.
1. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar
toe en schuif ze weg van het filter (fig. 34).
Figuur 34
1. Slangklem
2. Brandstofslang
2. Trek het filter uit de brandstofslangen.
3. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen
terug tot dicht bij het filter.
N.B.: De pijl voor de stroomrichting moet naar de
carburateur wijzen.
m-2943
3. Filter
Maaier voorbereiden voor
stalling
1. Vóór langdurige opslag ofwel benzine uit tank
aftappen, of alvorens te stallen een brandstofadditief
gebruiken. Voor het aftappen van de benzine, zie
Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 16.
Nadat benzine afgetapt is, motor starten en stationair
laten draaien tot alle benzine verbruikt is en motor
stopt. Startprocedure nog tweemaal herhalen om te
verzekeren dat alle benzine uit de motor verwijderd is.
Als benzine niet afgetapt wordt, vormt zich een
gomachtige vernisaanslag, waardoor motor slecht gaat
lopen en mogelijk problemen met starten krijgt.
Brandstof mag alleen in de tank blijven als een
additief, zoals Toro Stabilizer/Conditioner, aan de
brandstof is toegevoegd en door de motor verspreid is
vóór stalling. Toro Stabilizer/Conditioner is een
stabilisator op basis van aardoliedestillaat. Toro
adviseert geen stabilisators op alcoholbasis, zoals
ethanol, methanol of isopropyl te gebruiken. Gebruik
het additief in de op de verpakking geadviseerde
hoeveelheid.
Onder normale omstandigheden behouden
brandstofadditieven gedurende 6-8 maanden hun
werking.
2. Verwijder de bougie en giet 30 ml (2 eetlepels) SAE
30-olie in het gaatje in de cilinder. Trek langzaam aan
het startkoord zodat de olie zich in de cilinder
verspreidt. Breng de bougie weer aan en draai hem
vast tot 13,6 N m (10 ft-lb). PLAATS DE
BOUGIEKABEL NIET OP DE BOUGIE.
3. Maak de maaikast schoon: zie hiervoor Schoonmaken
van de maaier, pagina 21.
4. Controleer de toestand van het mes: zie hiervoor
Controleren/verwijderen/slijpen van het mes,
pagina 18.
5. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
6. Verwijder maaisel en vuil van de uitwendige delen van
de motor, cilinder, koelribben, dekplaat en bovenzijde
van de maaikast.
7. Maak de kap van de mesremkoppeling schoon, zie
Schoonmaken van de kap van de mesremkoppeling,
pagina 22.
24