1. Zet de motor af en trek de kabel van de bougie.
2. Gebruik een hardhouten schraper om koolstof uit het
uiteinde van de demperpijp te verwijderen (fig. 18).
3. Verwijder de bout, moeren en klemring (fig. 18).
Schuif de demper van de bevestigingspennen af.
Figuur 18
1. Bout, moeren, klemring
4. Trek langzaam aan het startkoord, zodat de cilinder de
uitlaat afsluit (fig. 19).
5. Verwijder koolstof uit de uitlaat (fig. 19) met een
platte hardhouten schraper.
BELANGRIJK: Gebruik geen metalen schraper of iets
dergelijks om de uitlaat schoon te maken, omdat de
zuiger of cilinder beschadigd kunnen worden.
6. Monteer de demper met de bout, 2 moeren en
klemringen (fig. 19). Na het schoonmaken van de
uitlaat controleren of de pakking van de demper nog in
bruikbare staat is.
Figuur 19
1. Uitlaat
m-202
2. Demperpijp
m-203
Afstellen van de rijaandrijving
Als de maaier niet uit zichzelf rijdt, of dit juist wel doet
wanneer de bedieningsstang zich op dan 38 mm (1 / ")
van de handgreep bevindt, moeten de regelkabel en de
kabel van de rijaandrijving worden afgesteld.
Afstellen van de regelkabel
1. Zet de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 15).
2. Verwijder de bouten waarmee het drijfriemdeksel
(fig. 20) op het maaierhuis bevestigd is en til het
deksel eraf.
1. Drijfriemdeksel
3. Zet de rijsnelheidshendel in neutraal en zo ver
mogelijk naar achteren.
4. Draai de kabelklemschroef los (fig. 21).
5. Trek de hefboom naar rechts, totdat deze strak tegen
de aanslag op de tandwielkast aan zit (fig. 21).
6. Trek de kabel door de kabelklem naar rechts, totdat er
geen speling meer in de kabel zit (fig. 21).
1. Kabelklemschroef
2. Hefboom
7. Draai de kabelklemschroef weer vast.
8. Monteer het drijfriemdeksel.
17
Figuur 20
Figuur 21
3. Aanslag op tandwielkast
4. Kabel
m-224
m–4162