Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fijnmaken Van Bladeren; Gebruiksaanwijzing; Tips Voor Bediening En Gebruik; Starten, Stoppen En Rijaandrijving - Toro ProLine 53 cm Recycler II Gebruikershandleiding

Walk-behind power maaier
Verberg thumbnails Zie ook voor ProLine 53 cm Recycler II:
Inhoudsopgave

Advertenties

Stel de voorwielen één stand lager in dan de
achterwielen. Bijvoorbeeld: de voorwielen op 44 mm
(1- / ") en de achterwielen op 57 mm (2- / ").

Fijnmaken van bladeren

Wanneer u klaar bent met maaien, moet steeds nog
50% van het gazon door de laag fijngemaakte bladeren
te zien zijn. Soms is het nodig hiervoor één of meer
keren over de bladeren heen te gaan.
Voor een lichte bladbedekking stelt u alle wielen op
dezelfde maaihoogte in.
Als er meer dan 12,5 cm (5") bladeren op het gazon
ligt, stelt u de voorwielen één of twee standen hoger
dan de achterwielen in. Hierdoor kunnen de bladeren
gemakkelijker onder het maaidek worden ingevoerd.
Loop langzamer met de maaier als de bladeren niet
fijn genoeg worden gemaakt om in het gras verborgen
te worden.
Als u veel eikebladeren fijnmaakt, is het aan te raden
in het voorjaar kalk op het gras aan te brengen.
Hierdoor wordt het zuur uit de eikebladeren
geneutraliseerd.

Gebruiksaanwijzing

Tips voor bediening en gebruik

1. VOOR ELKE MAAIBEURT - Controleer of mesrem,
rijaandrijving en bedieningsstang goed werken. Als u
de bedieningsstang loslaat, moeten het maaimes en de
rijaandrijving automatisch stoppen. Als de
bedieningsorganen niet naar behoren werken, moeten
die eerst worden gerepareerd voordat de maaier
opnieuw wordt gebruikt.
2. SCHERP MES - Begin elk maaiseizoen met een
scherp mes. Verwijder regelmatig braam met een vijl.
Starten, stoppen en
rijaandrijving
BEDIENINGSORGANEN (fig. 10) - De handgashendel
en rijsnelheidshendel bevinden zich respectievelijk links
en rechts op de console op de handgreep. De regelstang
voor maaimes-/rijaandrijving bevindt zich onder de
bovenste handgreep. De repeteerstarter bevindt zich boven
op de motor.
1. Handgashendel
2. Rijsnelheidshendel
1. Druk de bougiekabel op de bougie.
2. STARTEN - Zet de rijsnelheidshendel in neutraal en
de handgashendel op
het midden van de hulpstartknop (fig. 15) met de duim
en druk éénmaal. Zet een voet op het maaidek en trek
aan het startkoord totdat u weerstand voelt. Daarna
flink trekken om de motor te starten. Regel het
handgas nadat de motor gestart is. Zet de
rijsnelheidshendel op de gewenste snelheid.
N.B.: Bij starten van een warme motor is gebruik van
(CHOKE) mogelijk niet nodig.
3. BEDIENING VAN MAAIMES EN
RIJAANDRIJVING (fig. 11) - Met de bedieningsstang
in positie "A" schuift u de bedieningsstang naar rechts
en beweegt u die omhoog naar positie "B" om het
maaimes in te schakelen. Trek de bedieningsstang
tegen de handgreep aan in positie "C" om te rijden.
Om de rijaandrijving uit te schakelen terwijl het mes
blijft draaien, laat u de bedieningsstang langzaam in
positie "B" zakken. Om te rijden met het mes
uitgeschakeld, trekt u de bedieningsstang tegen de
handgreep aan in "C", zonder de bedieningsstang naar
rechts te schuiven.
4. STOPPEN - Om de motor te stoppen de
bedieningsstang loslaten en handgas op
zetten. Trek de kabel van de bougie als u de motor
onbeheerd achterlaat of u hem niet meer gebruikt.
12
m-512
Figuur 10
3. Bedieningsstang
maaimes-/rijaandrijving
(CHOKE). Bedek het gaatje in
m-512
Figuur 11
OFF (UIT)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

22045

Inhoudsopgave