›
De functie Mobiel opsporen activeren
Wanneer iemand een andere SIM- of USIM-kaart in het apparaat
plaatst, stuurt de functie Mobiel opsporen het nummer
automatisch naar een aantal ingestelde contacten, zodat u het
apparaat kunt opsporen.
1
Selecteer in het startmenu
Telefoon
Beveiliging.
→
2
Selecteer
Meer
→
Mobiel opsporen
3
Geef uw wachtwoord voor mobiel opsporen in en selecteer
OK.
4
Mobiel opsporen inschakelen.
Selecteer
5
Selecteer het veld met de ontvanger en geef een
telefoonnummer inclusief landcode in (met +).
Selecteer
om een nummer te selecteren in de
telefoonlijst.
6
Selecteer het veld met de afzender en geef de naam van de
afzender in.
7
OK
OK.
Selecteer
→
Instellingen
Persoonlijk
→
→
Configuratie.
Tekst ingeven
U kunt tekst ingeven door op de alfanumerieke toetsen op het
QWERTY-toetsenbord te drukken of door tekens te selecteren op
het virtuele toetsenbord.
›
Tekst ingeven met het QWERTY-
→
toetsenbord
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toetsen om tekens,
getallen en symbolen in te voeren
U kunt tevens de volgende toetsen gebruiken:
Toets
Functie
Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters.
Alt
Tekens op de bovenhelft van de toetsen ingeven.
Sym
Naar de symboolstand gaan (ingedrukt houden).
Een spatie invoegen.
27
Aan de slag