1. Sluit de aanzuigslang aan.
Gebruik in de handel verkrijgbare slangen, koppelingen en slangklemmen.
De aanzuigslang dient van versterkt materiaal te zijn dat niet dicht kan klap-
pen. Zorg dat de aanzuigslang niet langer is dan noodzakelijk, de pomp levert
namelijk de beste prestaties als deze zo dicht mogelijk bij het wateroppervlak
geplaatst is. De aanzuigtijd is dan ook het kortst.
Plaats de bijgeleverde zeef op de aangegeven manier met een klemband op
het uiteinde van de aanzuigslang.
VOORZICHTIG:
Plaats voor het pompen altijd de zeef op het uiteinde van de aanzuigslang.
De zeef houdt verontreinigingen tegen en voorkomt verstopping en bescha-
diging van de rotor.
AANZUIGOPENING
4. HANDELINGEN VOOR HET STARTEN
SLANG-
KOPPELING
SLANGKOPPELING
SLANGKLEM
AANZUIGSLANG
AFDICHTRING
KOPPELSTUK SLANG
WARTEL
SLANGKLEM
AANZUIGSLANG
ZEEF
SLANGKLEM
9