Storingsschema
WAARSCHUWING! Schakel de motor uit en
!
zet de stopschakelaar in de STOP-stand
wanneer de machine tijdens
onderhoudswerkzaamheden of het
opsporen van fouten niet ingeschakeld hoeft
te zijn.
Probleem
Het zaagblad draait niet.
Het zaagblad draait te langzaam.
Het zaagblad springt uit positie.
Het zaagblad is scheef.
Segment breekt af.
Het zaagblad draait te langzaam.
De koppeling slipt.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Waarschijnlijke oorzaak
Rolknoppen niet voldoende vastgedraaid.
Het zaagblad is niet juist op de geleiderollen gemonteerd.
De rollen zijn te strak gespannen.
Rolknoppen niet voldoende vastgedraaid.
Het aandrijfwiel is versleten.
De v-vormige binnendiameter van het zaagblad is versleten.
De veren van de geleiderollen zijn verzwakt.
Fout aan lagers van de rollen.
Rolinstelling te los.
Versleten geleiderollen.
Het zaagblad is niet juist op de geleiderollen gemonteerd.
Beschadigd zaagblad.
De rollen zijn te strak gespannen.
Zaagblad oververhit.
Zaagblad verbogen, verdraaid of slecht onderhouden.
Blijf het zaagblad gebruiken wanneer slechts één segment ontbreekt of lever
de machine in voor herstel wanneer het zaagblad max. 50% is versleten.
Verkeerd zaagblad voor het huidige materiaal.
De geleiderollen bewegen niet vrij naar binnen en naar buiten. Een
aanlopende rol kan het zaagblad niet voldoende hard tegen het aandrijfwiel
drukken.
Het aandrijfwiel is versleten. Schurend materiaal en te weinig water tijdens het
zagen vergroten de slijtage van het wiel.
De flens van de geleiderol is versleten. Indien meer dan de helft van de
breedte van de flens is weggesleten, loopt het zaagblad aan.
De gleuf en binnenkant van het zaagblad zijn versleten. Veroorzaakt door
gebrekkige begieting met water van schurend materiaal en/of een verslijten
aandrijfwiel, waardoor het zaagblad aanloopt.
– 29
Dutch