Numerieke weergave: de metermodus
Experimenten met afzonderlijke gebeurtenissen worden altijd gestart in
de numerieke weergave, ongeacht of u ervoor kiest om de geselecteerde
gebeurtenissen automatisch te laten nummeren of zelf een numerieke waarde toe
te voegen. Voordat u de numerieke weergave kunt gebruiken, moet u ten minste
één sensor op de StreamSmart 410 aansluiten en de StreamSmart 410 aansluiten
op uw HP grafische rekenmachine. Start de StreamSmart-toepassing en druk op
de toets
met de bewaking van de sensor(en). De toepassing laat een lopende meter zien
die enkele keren per seconde wordt bijgewerkt. Op de meter ziet u de identiteit
van tot vier aangesloten sensoren, de maateenheid van elke sensor en de huidige
meetwaarde van elke sensor. Een voorbeeldscherm is te zien in Figuur 3-5. In deze
afbeelding is een microfoon aangesloten op Kanaal 1 en een stroomsensor
op Kanaal 4.
Tabel 3-2 biedt een overzicht van de menuopties in de numerieke weergave.
Tabel 3-2 Menutoetsen in de numerieke weergave
Menutoets
Beschrijving
• Hiermee voegt u de huidige meetwaarde als afzonderlijke
• Zie het gedeelte hieronder met de titel, Gebeurtenissen
• Kies Selected Events, Events with Entry of Auto Number
• Een of meer van de vier kanalen selecteren of deselecteren
• Bestemmingskolommen kiezen voor de gegevens van elk van
• Zie het gedeelte hieronder met de titel Experiment opzetten
• Handmatig een sensor identificeren
• Zie Hoofdstuk 4, Geavanceerde onderwerpen
• Maateenheid kiezen voor elke sensor
• Zie Hoofdstuk 4, Geavanceerde onderwerpen
• Hiermee opent u de Statistics-toepassing om de huidige gegevensset
• Zie het gedeelte hieronder met de titel De gegevens analyseren
op de HP 50g). Druk op de menutoets
Figuur 3-5 De numerieke weergave
gebeurtenis toe aan de gegevensset
bewaken en selecteren
voor gegevensexportdoeleinden
de actieve kanalen
te bekijken en te analyseren
Gegevens van gebeurtenissen vastleggen
om te beginnen
29