Figuur 2.2.1
Vullen sifon via rookgasafvoeraansluiting
294025
Figuur 2.2.2
Gasregelblok
Naar brander
Meetpunt
branderdruk
Nefit EcomLine HR 65
Meetpunt
branderdruk
Stuwdruk
ventilator
Instelschroef ∆P
(achter deksel)
Meetpunt
voordruk
Gasaanvoer
Honeywell gasregelblok
211115
Figuur 2.3.1.1
Voorzijde Universele brander automaat
294147
Installatie-instructie Nefit EcomLine Classic HR-toestellen
2.
Nefit
Nefit
EcomLine HR
EcomLine HR
Naar brander
Stuwdruk
ventilator
Instelschroef ∆P
(achter deksel)
Meetpunt
branderdruk
Meetpunt
voordruk
Gasaanvoer
SIT gasregelblok
212025
1
0
1
10
1
10
IN BEDRIJF STELLEN
2.2 In bedrijf stellen
Voor het in bedrijf stellen van het toestel moet u de volgende handelingen
uitvoeren.
1. Vul de sifon in het toestel met water via het rookgasafvoeraansluiting
alvorens het toestel in bedrijf te stellen (figuur 2.2.1).
2. Controleer de stand van de drukmeter. Als de druk lager is dan 1,0 bar
moet eerst de installatie bijgevuld worden.
3. Vul het sanitair gedeelte.
4. Open de gaskraan op de gasleiding onder het toestel. Als er zich lucht
in de gasleiding bevindt moet de gasleiding eerst ontlucht worden.
5. Steek de netstekker in de wandcontactdoos.
6. Zet de kamerthermostaat op een hogere stand dan de huidige
kamertemperatuur.
7. Het toestel begint na 30 seconden de startprocedure. Indien er
onverhoopt nog lucht in de gasleiding aanwezig is, zal het toestel een
ionisatiestoring aangeven. Herstart het toestel met de resetknop.
Deze handeling eventueel enkele malen herhalen.
Open eventueel het meetpunt van de voordruk om de gasleiding in het
toestel te ontluchten (figuur 2.2.2). Ventileer goed. Zorg dat er geen open
vuur aanwezig is. Sluit na het ontluchten het meetpunt en controleer deze op
dichtheid. Ventileer met buitenlucht.
8. Stel de kamerthermostaat in op de gewenste ruimtetemperatuur.
2.3 Instellingen verrichten en controleren
Voordat het toestel in gebruik wordt genomen moeten een aantal instellingen
verricht of gecontroleerd worden.
Gebruik voor de diverse metingen een geschikte manometer. Deze dient
drukken te kunnen verwerken tot minimaal 50 mbar. De nauwkeurigheid dient
minimaal 0,01 mbar nauwkeurig te zijn. Te hanteren waardeaanduiding:
1 mbar = 100 Pa of 1 Pa = 0,01 mbar.
2.3.1 Instellingen UBA
De Universele Brander Automaat (UBA) is de regelunit van het toestel (figuur
2.3.1.1). Op de UBA bevinden zich een aantal instelmogelijkheden. Stel deze in
op de gewenste waarde, afhankelijk van toepassing van het toestel en aard van
de installatie.
2-2