Installatie
• Gecertificeerd conform PROFIBUS
• Het instrument kan ook in combinatie met gecertificeerde instrumenten van andere
fabrikanten worden gebruikt (interoperabiliteit)
4
Installatie
4.1
Montagevoorwaarden
4.1.1
Montagelocatie
Koptransmitter:
• In de aansluitkop, vorm B, conform EN 50446, directe montage op meetelement met
kabeldoorvoer (middengat 7 mm)
• In veldbehuizing, separaat van het proces
• Met DIN-railclip op DIN-rail conform IEC 60715, TH35
4.1.2
Belangrijke omgevingscondities
• Omgevingstemperatuur. –40 ... +85 °C (–40 ... 185 °F)
• Koptransmitter conform klimaatklasse C1
• Condensatie toegestaan voor koptransmitter conform IEC 60068-2-33
• Max. rel. vochtigheid: 95% conform IEC 60068-2-30
• Beschermingsklasse:
• Koptransmitter met schroefklemmen: IP 00, met veerklemmen : IP 30. Na installatie
afhankelijk van de gebruikte aansluitkop of veldbehuizing.
• Bij installatie van de veldbehuizing TA30x: IP 66/68 (NEMA Type 4x beh.)
4.2
Installatie
Een kruiskopschroevendraaier is nodig voor de montage van de koptransmitter:
• Maximaal aandraaimoment borgschroeven = 1 Nm (¾ foot-pound), schroevendraaier:
Pozidriv Z2
• Maximaal aandraaimoment schroefklemmen = 0,35 Nm (¼ foot-pound), schroevendraaier:
Pozidriv Z1
8
®
PA Profile 3.02
iTEMP TMT84
Endress+Hauser