iTEMP TMT84
Het bedieningspersoneel moet aan de volgende eisen voldoen:
‣
Zijn geïnstrueerd en geautoriseerd conform de eisen gesteld aan de taak door de exploitant
van de installatie
‣
De instructies in deze bedieningshandleiding opvolgen
2.2
Bedoeld gebruik
Het instrument is een universele en door de gebruiker configureerbare
temperatuurkoptransmitter met voor een weerstandsthermometer (RTD), thermo-elementen
(TC), weerstands- en spanningssensoren. De koptransmitteruitvoering van het instrument is
bedoeld voor montage in een aansluitkop (vorm B) conform DIN EN 50446. Montage van het
instrument is ook mogelijk op een DIN-rail met de optioneel leverbare DIN-railclip. Het
instrument is ook als optie leverbaar in een uitvoering geschikt voor DIN-railmontage conform
IEC 60715 (TH35).
Wanneer het instrument wordt gebruikt op een wijze die niet is gespecificeerd door de
fabrikant, kan de beveiliging die door het instrument wordt voorzien in gevaar komen.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeer gebruik of gebruik
niet conform de bedoeling.
2.3
Bedrijfsveiligheid
‣
Gebruik het instrument alleen in goede technische en fail-safe conditie.
‣
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het instrument.
Explosiegevaarlijke omgeving
Teneinde gevaar voor personen of voor de installatie te voorkomen, wanneer het instrument
wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving (bijv. explosieveiligheid of
drukvatveiligheid):
‣
Controleer aan de hand van technische gegevens op de typeplaat of het instrument
toegestaan is voor gebruik in de gevaarlijke omgeving. De typeplaat bevindt zich op de
zijkant van de transmitterbehuizing.
‣
Houd de specificaties in de afzonderlijke aanvullende documentatie aan, welke een
integraal onderdeel is van deze handleiding.
Elektromagnetische compatibiliteit
Het meetsysteem voldoet aan de algemene veiligheidsvoorschriften conform IEC/EN 61010-1
en de EMC-voorschriften conform IEC/EN 61326 en de NAMUR-aanbevelingen NE 21.
LET OP
‣
Het instrument mag alleen worden gevoed door een voedingseenheid die werkt met een
energiebegrensd elektrische circuit conform UL/EN/IEC 61010-1, hoofdstuk 9.4 en de
voorschriften in tabel 18.
Endress+Hauser
Fundamentele veiligheidsinstructies
5