9. Advies voor onderhoud en gebruik
9.1.
Batterijen vervangen
U moet de batterijen vervangen als op de eerste regel van het
scherm de indicator "LO batt" verschijnt.
Tijdens het vervangen van de batterijen kunnen geen
gegevens worden gelogd. Schakel het loggen uit en
controleer of de datalogger zich correct in mode M1
of M2 bevindt
en vervang dan pas de batterijen.
Open
voor
het
plaatsen
batterijencompartiment, verwijder de gebruikte batterijen en
plaatst de nieuwe. Let hierbij op de polariteit.
Tijdens het vervangen van de batterijen blijft de tijd minstens
een minuut juist ingesteld terwijl de batterijen zijn verwijderd.
Gebruik alleen batterijen van het type uit de technische
gegevens. Een ander type batterij kan de goede werking van
het apparaat aantasten. Gebruik geen oplaadbare batterijen!
Gooi gebruikte batterijen nooit bij het huishoudelijk afval en
gooi ze nooit in het vuur of in het water. Gooi ze in de juiste
bak volgens de geldende regelgeving.
NL
van
de
batterijen
het
Gebruiksaanwijzing datalogger
9.2.
Mobiel gebruik
Het is mogelijk de datalogger als draagbaar apparaat te
gebruiken op verschillende plaatsen. Houdt u zich aan de
omgevingscondities voor gebruik (zie technische gegevens).
Door de compacte afmetingen van de datalogger is deze op
een onopvallende of zelfs totaal onzichtbare plaats te
plaatsen.
9.3.
Muurbevestiging
Als u datalogger op een vaste plek wilt gebruiken, kunt u hem
aan de muur of op een beugel bevestigen. Er wordt een
bevestigingsbeugel meegeleverd.
U moet de datalogger aan de muur bevestigen als u
het apparaat via het netwerk
Raadpleeg hoofdstuk 6.2.2 voor meer informatie over
de netwerkfunctie.
9.4.
Verplaatsing
Als u het apparaat verplaatst, met name vanuit een koude
naar een warme omgeving, bijvoorbeeld uit de auto of het
apparaat is de gehele nacht op een verwarmde plaats
bewaard, dan kan er condensvorming op de printplaat
optreden.
Dit is een natuurkundig verschijnsel dat niet te vermijden is bij
de constructie van meetinstrumenten. Wacht in dat geval 5
minuten voordat u het apparaat inschakelt, zodat het zich aan
de omgevingstemperatuur kan aanpassen.
wilt gebruiken.
8