7. Weergave en logging van de metingen
7.1.
Sensors, grootheden en kanalen
Model THI
Met een datalogger THI kunt u zes grootheden meten met
behulp van twee interne sensors: omgevingstemperatuur in
°C, omgevingstemperatuur in °F, dauwpunt in °C, dauwpunt
in
°F,
relatieve
luchtvochtigheid
luchtvochtigheid in g/m³.
Per grootheid zijn er vier kanalen beschikbaar: actuele
waarde (act), minimumwaarde (min), maximumwaarde (max)
en gemiddelde waarde (mitt). Datalogger THI heeft in totaal
dus 24 kanalen, zoals getoond in tabel 1.
Model THIP
Met een datalogger THIP kunt u acht grootheden meten met
behulp van drie interne sensors: omgevingstemperatuur in
°C, omgevingstemperatuur in °F, dauwpunt in °C, dauwpunt
in
°F,
relatieve
luchtvochtigheid
luchtvochtigheid in g/m³, relatieve luchtdruk in hPa en
absolute luchtdruk in hPa.
Per grootheid zijn er vier kanalen beschikbaar: actuele
waarde (act), minimumwaarde (min), maximumwaarde (max)
en gemiddelde waarde (mitt). Datalogger THIP heeft in totaal
dus 32 kanalen, zoals getoond in tabel 1.
Model TCO
Met een datalogger THIP kunt u zeven grootheden
meten
met
behulp
omgevingstemperatuur in °C, omgevingstemperatuur in
°F, dauwpunt in °C, dauwpunt in °F, relatieve
luchtvochtigheid in %, absolute luchtvochtigheid in
g/m³, en concentratie
CO
Per grootheid zijn er vier kanalen beschikbaar:
Tabel 1: sensors, grootheden en beschikbare kanalen voor de verschillende dataloggers
Sensor
Interne
temperatuursensor
Alle
modelle
n
Interne
luchtvochtigheidsse
nsor
Interne
THIP
luchtdruksensor
TCO
Interne CO
-sensor
2
* Als u ervoor kiest een grootheid op het scherm te tonen, dan wordt altijd de laatstgemeten waarde (act) getoond.
** Voor nauwkeurige resultaten is het nodig de hoogte in te stellen via SmartGraph.
NL
in
%
en
absolute
in
%,
absolute
van
drie
interne
sensors:
in ppm.
2
Grootheid
Temperatuur
Temperatuur
Dauwpunt
Dauwpunt
Rel.
luchtvochtigheid
Abs.
luchtvochtigheid
Rel. luchtdruk**
Abs. luchtdruk
Concentratie
CO
**
2
Gebruiksaanwijzing datalogger
actuele
waarde
maximumwaarde (max) en gemiddelde waarde (mitt).
Datalogger THIP heeft in totaal dus 28 kanalen, zoals
getoond in tabel 1.
7.2.
Weergave van de meetwaarden op het
scherm
Voor ieder van de drie weergaveregels kunt u instellen welk
van de grootheden uit tabel 1 moet worden getoond. Het
scherm toont altijd de laatst gemeten waarde.
7.3.
Loggen van de gegevens
In werkingsmode M3 en M4 is de datalogger in loggingmode
(REC). De metingen uit de geselecteerde kanalen worden in
het geheugen opgeslagen.
U kunt tot maximaal 20 kanalen uit tabel 1 gelijkertijd
opslaan.
Het loggen begint onmiddellijk nadat u mode M3 of M4 heeft
gekozen. De waarden worden opgeslagen in een cyclisch
geheugen, dat wil zeggen continu totdat het geheugen van
het apparaat vol is. Dan worden de oudste gegevens gewist
en de nieuwe waarden opgeslagen.
Opmerking: de actuele waarde, minimum, maximum
en gemiddelde van een grootheid vormen alle vier
een eigen kanaal. Als deze waarden beschikbaar
moeten zijn voor uw documentatie of voor latere analyse,
moet u alle desbetreffende kanalen selecteren. Het is
namelijk niet mogelijk deze gegevens later via de software te
berekenen.
De instellingen van de te loggen meetgegevens (type, duur,
hoeveelheid) zijn individueel te bepalen via de software.
Raadpleeg voor meer informatie over dit onderwerp de
software-handleiding.
Beschikbare kanalen voor datalogging
(max. 20 kanalen worden gelogd) en
Eenheid
weergave
op het scherm* (max. 3 kanalen)
[°C]
act
min
[°F]
act
min
[°C]
act
min
[°F]
act
min
[%]
act
min
[g/m³]
act
min
[hPa]
act
min
[hPa]
act
min
[ppm]
act
min
(act),
minimumwaarde
Weergave op
de regels
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
max
mitt
1, 2, 3
(min),
6