Installatie
ATMON
®
3.2 - Elektrische aansluiting
Kijk na of de elektrische installatie een degelijke aarding
heeft waaraan de ketel verbonden zal worden. Dit is heel
belangrijk en verplicht. Bij twijfel moet de gehele
elektrische installatie door een bevoegde elektricien
nagekeken worden. Nooit mogen de water- of gasleidingen
als aarding dienen.
Laat het vermogen van de elektrische installatie nakijken
opdat deze sterk genoeg zou zijn om de ketel en de
bijkomende apparaten aan te sluiten. De draadsektie moet
juist en goed worden bepaald voor het geïnstalleerd
vermogen. Nooit mogen er aanpassingen, stekkers of
verlengsnoeren bijgeplaatst worden.
Er moet gelet worden op het feit dat elk bijkomend element
dat elektriciteit gebruikt, aan bepaalde basisregels moet
voldoen:
- raak nooit het toestel aan met natte of vochtige handen of
voeten;
- trek nooit aan de bedrading;
- stel nooit de apparatuur bloot aan weersafhankelijke
elementen;
- laat nooit kinderen of onbevoegden met elektrische
toestellen spelen.
De elektrische bedrading van de ketel mag nooit door de
gebruiker vervangen worden. Bij beschadiging moet het
toestel gestopt worden en beroep gedaan worden op
bevoegd personeel.
18÷48 LN
Elektrische stroomtoevoer
Voor de ATMON LN ketels worden geleverd met een
elektrische 3-polige voedingskabel.
Kamerthermostaat
De aansluiting van de kamerthermostaat gebeurt via een 3-
polige stekker welke onderaan het schakelbord geplaatst
is. Verwijder de brug alvorens de kamerthermostaat aan te
sluiten (aangeduid door een * symbool op het elektrisch
schema). De regelthermostaat moet op een voldoende
hoge
temperatuur
kamerthermostaat goed kan werken.
9
geplaatst
worden
zodat
de