Installatie
ATMON
®
3
INSTALLATIE
3.1 - Voorzorgsmaatregelen voor de installatie
Het thermische vermogen van de ATMON LN is in de
fabriek afgeregeld en ingesteld overeenkomstig volgens
de voorschriften van de CE norm. Geen enkele andere
regeling is toegestaan.
N.B. Een gasafsluiter, met BGV-keurmerk dient geplaatst te
worden tussen de gastoevoer en de ketel.
Het plaatsen van de ketel
Alvorens de nieuwe ATMON LN ketel te plaatsen dient de
bestaande C.V. kring gespoeld te worden omdat
slibafzetting of vreemde elementen de goede werking of
verstopping van de ketel niet in het gedrang zouden
brengen. Zo zouden bv. de pompen, ventielen of
veiligheidskleppen beschadigd kunnen worden.
Bij plaatsing van de ketel moet erop gelet worden dat de
ketelmantel steeds verwijderd kan worden zodat de
verbindingsbuizen zichtbaar blijven.
Belangrijk: de ketel geïnstalleerd wordt met open
expantievat moet een minimale waterdruk van 10 mm wK
hebben.
Montage enkel door een erkend installateur
Ketel moet volgens de Normen NBN D51-003; B61-001;
D30-003 geplaatst worden.
- Aangeraden wordt tussen de leidingen en ATMON LN
afsluitkranen te voorzien om deze te kunnen isoleren.
- Zorgen voor een goede verluchting welke moet voldoen
aan de bestaande voorschriften.
- De gasteller moet zodanig gekozen worden dat hij
gelijktijdig het gasdebiet kan verwerken van de ATMON
LN en andere gastoestellen.
- De aansluitingen zo uitvoeren dat op de gasleidingen van
de ketel geen spanning kan komen.
- De gasleidingen aansluiten volgens de geldende
richtlijnen. De diameter van de gastoevoer op de ATMON
LN is niet het criterium voor de leidingdiameter. Deze
wordt bepaald in funktie van het drukverlies en de lengte
van de leidingen.
- Indien de installatie uitgerust is met thermostatische
kranen, dient tussen het vertrek en retour een
overstorventiel geplaatst te worden. Deze vermindert
geluidhinder veroorzaakt door radiatorkranen die op het
punt staan te sluiten.
18÷48 LN
Schoorsteen
Het is heel belangrijk voor de veiligheid dat het rookkanaal
proper is.
Voordat de ketel aangesloten wordt moeten de volgende
controles uitgevoerd worden:
a) de schoorsteen moet hoger zijn dan de nok van het dak;
b) het mondstuk van de schoorsteen moet van de wind
afgeschermd zijn;
c) geen enkel bijkomend apparaat mag op de schoorsteen
aangesloten zijn;
d) kijk na of het rookkanaal geen vernauwing noch
infiltraties kent.
e) de diameter van de schouw waarlangs de rookgassen
buitengestuurd worden moet beantwoorden aan de
gestelde eisen hieromtrent en geenszins kleiner zijn dan
deze van de ATMON LN.
Eenmaal de verpakking weggenomen gebeurd de
behandeling manueel als volgt:
- Verwijder de schroeven (3) welke het ketelblok
bevestigen op het houten transportframe.
- Open de keteldeur.
- Verwijder de ketel op eenvoudige wijze door twee stalen
buizen, diameter ∫ (1) te glijden in de vier draagpunten
(2).
- Op het eind van de behandeling, de buizen verwijderen.
OPGELET
De geldende veiligheidsvoorschriften dienen absoluut
gerespekteerd.
8