Dubbel instelpunt
Wanneer dubbel instelpunt is geactiveerd, wordt de werking van de
pomp bepaald op basis van de stand van DIP-schakelaar SS2-3 en
de contacten voor de selectie van het instelpunt. Zie de configuraties
van de pompwerking wanneer de thermostaat al of niet is
aangesloten zoals hiervoor beschreven.
INFORMATIE
Wanneer dubbel instelpunt is geactiveerd, is "gedwongen
continue pompwerking" niet mogelijk. Wanneer SS2-3 op
ON staat terwijl zowel SP1 als SP2 gesloten zijn, is de
pompwerking dezelfde als "met kamerthermostaat" en het
tweede instelpunt is het instelpunt dat van toepassing is.
Zie
"[7] Besturing met dubbel instelpunt" op pagina
In de volgende tabel vindt u een beknopt overzicht van de vereiste
configuratie en de bedrading aan de klemmenstrook (X2M: 1, 2, 4) in
de schakelkast. De pompwerking staat aangegeven in de derde
kolom. In de drie laatste kolommen wordt aangegeven of de volgende
functie beschikbaar is op de gebruikersinterface (UI) of door de
contacten voor selectie van het instelpunt SP1 en SP2 wordt bepaald:
•
verwarmen of koelen van ruimten aan/uit (y)
•
omschakelen verwarmen/koelen (=)
•
weektimers verwarmen en koelen (pr)
Dubbel instelpunt
Configuratie
Pompwerking
• [7-02]=1
bepaald door
• SS2-3 = OFF
uitlaatwatertemperatuur
• bedrading:
X2M
1 2 3 4
SP2
SP1
• [7-02]=1
aan wanneer hoofd- of/en
sub-instelpunt wordt
• SS2-3 = ON
gevraagd
• bedrading:
X2M
1 2 3 4
SP2
SP1
SP1 =
Contact eerste instelpunt
SP2 =
Contact tweede instelpunt
(a) De pomp wordt gestopt wanneer verwarmen/koelen van ruimten wordt
uitgeschakeld of wanneer het water de op de gebruikersinterface ingestelde
temperatuur heeft bereikt. Wanneer verwarmen/koelen van ruimten is
ingeschakeld, werkt de pomp om de 5 minuten gedurende 3 minuten
om de watertemperatuur op peil te houden.
8.4. Configuratie installatie van de tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik
■
Wanneer geen tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op OFF (standaard)
worden gezet.
■
Wanneer een tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op ON worden gezet.
INFORMATIE
Wanneer SS2-3 op ON stond zonder alle vereiste en juiste
bedradingsaansluitingen tussen de binnenunit en de
schakelkast van de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik, staat de foutcode AC op de gebruikersinterface.
EKHVH/X008BB6V3 + EKHVH/X008BB6+9WN
Daikin Altherma binnenunit
4PW64329-1A – 09.2011
30.
y
y
y
y
=
=
=
=
p p p p r r r r
UI
UI
UI
(a)
SP2/SP1 UI
—
1
2
3
4
1
2
3
4
8.5. Controles vóór ingebruikname
Controleer eerst de volgende punten na de installatie van de unit.
Sluit de unit nadat alle onderstaande controles zijn uitgevoerd,
waarna u de unit kunt opstarten.
GEVAAR
Schakel alle relevante voedingen uit voordat u aansluitingen
uitvoert.
1
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het starten van de unit.
2
Lokale bedrading
Zorg dat de lokale bedrading tussen het lokale stroompaneel en
de binnenunit, buitenunit en binnenunit, binnenunit en kleppen
(indien van toepassing), binnenunit en kamerthermostaat
(indien van toepassing), en binnenunit en tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik is uitgevoerd volgens de in hoofdstuk
"7.3. Lokale bedrading" op pagina 18
volgens de bedradingsschema's en de Europese en nationale
regelgevingen.
3
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
4
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5
Isolatietest van hoofdvoedingscircuit
Gebruik een megatester van 500 V en controleer of de
isolatieweerstand van 2 MΩ of meer wordt gehaald door tussen de
voedingsklemmen en de aarde een spanning van 500 V DC toe te
passen. Gebruik de megatester nooit voor de transmissiebedrading.
6
Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten vermeld in het hoofdstuk
pagina
43. Zorg ervoor dat er geen zekering of beveiliging is
overgeslagen.
7
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast zichtbaar zijn.
8
Leidingmaat en leidingisolatie
Zorg dat de juiste leidingmaten zijn geïnstalleerd en dat de
isolatie naar behoren is aangebracht.
9
Afsluiters
Zorg dat de afsluiters aan de vloeistof- en gaszijde zijn geopend.
10 Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
11 Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer als er een koelmiddellek is.
12 Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Sluit
ingeval van een waterlek de waterinlaat- en uitlaatkleppen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
13 Ontluchtingsklep
Zorg ervoor dat de ontluchtingsklep open staat (minstens 2 draaien).
beschreven instructies,
"Technische specificaties" op
Montagehandleiding
24