Controle van het watervolume en de voordruk in het ex-pansievat
De unit is uitgerust met een expansievat van 10 liter met een
standaardvoordruk van 1 bar.
Omwille van de goede werking van de unit moet de voordruk van het
expansievat mogelijk worden aangepast en moeten het minimale en
maximale watervolume worden gecontroleerd.
1
Controleer of het totale watervolume in de installatie, met
uitzondering van het interne watervolume van de binnenunit,
minimum 20 l bedraagt. Zie
pagina 43
voor het interne watervolume van de binnenunit.
INFORMATIE
Dit minimale watervolume zal een goed resultaat
produceren voor de meeste toepassingen.
Maar voor kritieke processen of in ruimten met een grote
warmtebelasting kan een extra watervolume vereist zijn.
LET OP
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het
belangrijk dat dit minimale watervolume behouden blijft,
zelfs wanneer alle kleppen dichtgedraaid zijn.
Voorbeeld
1
2
3
4
5
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Backupverwarming
5
Pomp
6
Afsluiter
7
Afsluiter
8
Verdeelstuk (lokale levering)
10
Omloopklep (lokale levering)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (lokale levering)
T1...3
Individuele kamerthermostaat (optie)
M1..3
Individuele gemotoriseerde klep voor het
regelen van de lus FHL1...3 (ter plaatse te
voorzien)
Montagehandleiding
15
"Technische specificaties" op
6
8
T1
T2
T3
M1
M2
M3
7
FHL1
FHL2
FHL3
2
Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel of de voordruk
van het expansievat moet worden aangepast en of het totale
watervolume in de installatie kleiner is dan het maximaal
toegelaten watervolume.
Watervolume
Hoogteverschil
(a)
≤
installatie
Geen aanpassing van
≤
7 m
voordruk vereist.
Vereiste acties:
>7 m
(a) Hoogteverschil installatie: hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van het
watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste punt van
de installatie bevindt, wordt de installatiehoogte beschouwd als zijnde 0 m.
6.8. Water vullen
10
INFORMATIE
■
Tijdens het vullen van het systeem kan wellicht niet alle
lucht eruit worden verwijderd. De resterende lucht wordt
verwijderd via de automatische ontluchtingskleppen
tijdens de eerste werkingsuren van het systeem.
Achteraf kan extra water moeten worden bijgevuld.
■
De waterdruk op de manometer varieert volgens de
watertemperatuur
watertemperatuur).
De waterdruk dient echter op elk ogenblik boven 1 bar
te blijven om te voorkomen dat lucht in het circuit
terechtkomt.
■
Een teveel aan water kan door de unit via de
drukveiligheidsklep worden afgevoerd.
■
De waterkwaliteit moet conform EU richtlijn 98/83 EG
zijn.
Voordruk van het expansievat berekenen
De in te stellen voordruk (Pg) is afhankelijk van het maximale
hoogteverschil van de installatie (H). Ze wordt als volgt berekend:
Pg=(H/10+0,3) bar
Controle van het maximaal toegelaten watervolume
Het maximaal toegelaten watervolume in het hele circuit berekent
u als volgt:
1
Bepaal voor de berekende voordruk (Pg) het overeenkomstige
maximale watervolume aan de hand van de onderstaande grafiek.
2
Controleer of het totale watervolume in het hele watercircuit
kleiner is dan deze waarde.
Is dit niet het geval, dan is het expansievat binnenin de binnenunit te
klein voor de installatie.
280 l
>280 l
Vereiste acties:
• voordruk moet worden
verlaagd, bereken volgens
"Voordruk van het
expansievat berekenen" op
pagina 15
• controleer of het
watervolume kleiner is dan
maximaal toegelaten (aan
de hand van onderstaande
grafiek)
• voordruk moet worden
verhoogd, bereken volgens
"Voordruk van het
expansievat berekenen" op
Expansievat van de unit te
pagina 15
klein voor de installatie.
• controleer of het
watervolume kleiner is dan
maximaal toegelaten (aan
de hand van onderstaande
grafiek)
(hogere
EKHVH/X008BB6V3 + EKHVH/X008BB6+9WN
druk
bij
hogere
Daikin Altherma binnenunit
4PW64329-1A – 09.2011