#
Code
[7.7.2.1]
[0-00]
<< vervolg
[0-01]
▪ [0-03]:
buitenomgevingstemperatuur.
[0-02]
40°C~+5°C (standaard: –10°C)
[0-03]
▪ [0-02]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 15°C)
▪ [0-01]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
eronder
(standaard: 45°C).
Noot: Deze waarde moet hoger zijn
dan
buitentemperaturen
nodig is.
▪ [0-00]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
erover
[9‑06])°C (standaard: 35°C).
Noot: Deze waarde moet lager zijn
dan
buitentemperaturen
water nodig is.
#
Code
[7.7.2.2]
[0-04]
Weersafhank koelen instellen:
T t
[0-05]
[0-06]
[0-05]
[0-07]
[0-04]
▪ T
(secundair)
▪ T
ERHQ+ERLQ011~016 + EHBH/X11+16CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384974-1B – 2017.04
Beschrijving
Lage
Hoge
Gewenste
als
omgevingstemperatuur
valt.
[9‑05]°C~[9‑06]°C
[0-00],
omdat
bij
warmer
water
Gewenste
als
omgevingstemperatuur
komt.
[9‑05]°C~min(45,
[0-01],
omdat
bij
hoge
minder
warm
Beschrijving
[0-07]
[0-06]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
vervolg >>
#
Code
[7.7.2.2]
[0-04]
[0-05]
–
[0-06]
[0-07]
de
of
lage
de
of
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T bron
Het temperatuurverschil voor het retourwater en het aanvoerwater.
De unit is ontworpen om vloerverwarming te ondersteunen. De
aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur
gebruikersinterface) voor vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In
dat geval wordt de unit aangestuurd om een temperatuurverschil van
5°C te bekomen, wat betekent dat de temperatuur van het
retourwater naar de unit ongeveer 30°C bedraagt. Afhankelijk van
de geplaatste toepassing (radiatoren, warmtepompconvectoren,
vloerverwarmingslussen) of de situatie kan het temperatuurverschil
tussen het retourwater en het aanvoerwater gewijzigd worden. Merk
T a
op dat de pomp haar debiet zal regelen om de Δt constant te
behouden.
#
Code
[A.3.1.3.1]
[9-09]
[A.3.1.3.2]
[9-0A]
De aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt
wordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen.
De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer
zal
verwarmd
worden.
aanvoerwatertemperatuur geconfigureerd worden: wanneer de
aanpassing
aangezet
aanvoerwatertemperatuur automatisch berekenen (op basis van
voorgeprogrammeerde temperaturen, als weersafhankelijk werd
geselecteerd, zal de aanpassing gebeuren op basis van de
gewenste weersafhankelijke temperaturen); wanneer de aanpassing
uitgezet wordt, kunt u de gewenste aanvoerwatertemperatuur op de
gebruikersinterface instellen. Bovendien wordt, met ingeschakelde
aanpassing, de gewenste aanvoerwatertemperatuur verlaagd of
8 Configuratie
Beschrijving
<< vervolg
▪ [0-07]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 20°C)
▪ [0-06]:
buitenomgevingstemperatuur.
25°C~43°C (standaard: 35°C)
▪ [0-05]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
eronder
valt.
[9‑07]°C~[9‑08]°C
(standaard: 12°C).
Noot: Deze waarde moet hoger zijn
dan
[0-04],
omdat
bij
buitentemperaturen
minder
water voldoende is.
▪ [0-04]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
erover
komt.
[9‑07]°C~[9‑08]°C
(standaard: 8°C).
Noot: Deze waarde moet lager zijn
dan
[0-05],
omdat
bij
buitentemperaturen
kouder
nodig is.
(ingesteld
Beschrijving
Verwarming: vereist
temperatuurverschil tussen retour- en
aanvoerwater. Gebied: 3°C~10°C (in
stappen van 1°C; standaardwaarde:
5°C).
Koeling: vereist temperatuurverschil
tussen retour- en aanvoerwater.
Gebied: 3°C~10°C (in stappen van 1°C;
standaardwaarde: 5°C).
Daarbij
moet
ook
de
wordt,
zal
de
unit
de
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Lage
Hoge
als
de
of
lage
koud
als
de
of
hoge
water
via
de
gewenste
gewenste
61