▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de
luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muur
gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
b
a
Geleideplaat
b
Belangrijkste windrichting
c
Luchtuitlaat
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten geïnstalleerd te worden
bij omgevingstemperaturen van 10~43°C in de koelstand en van –
25~25°C in de verwarmingstand.
6.2.2
Bijkomende vereisten inzake de
installatieplaats van de buitenunit in
koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat
de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
INFORMATIE
U kunt het optioneel afdakje tegen de sneeuw gebruiken
(EK016SNC).
c
a
Afdakje tegen de sneeuw
b
Voetstuk (minimale hoogte=150 mm)
c
Belangrijkste windrichting
ERHQ+ERLQ011~016 + EHBH/X11+16CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384974-1B – 2017.04
b
a
a
c
b
d
Luchtuitlaat
6.2.3
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
▪ Houd rekening met de volgende richtlijnen:
Maximum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
Minimum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
Maximum toegestaan hoogteverschil tussen de
binnenunit en de buitenunit
Maximumafstand tussen de 3-wegklep en de
binnenunit (alleen voor installaties met tank voor
warm tapwater)
Maximumafstand tussen de tank voor warm
tapwater en de binnenunit (alleen voor installaties
met tank voor warm tapwater)
(a)
De waarden tussen haakjes staan voor de equivalente
lengte.
▪ Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigde
ruimte:
10
10
(mm)
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de
lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het
toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het
geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt.
▪ De ondergrond moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de unit
te dragen. Neem als gewicht het gewicht van de unit met een volle
tank voor warm tapwater.
Zorg ervoor dat in het geval van een waterlek, het water geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Op zeer vochtige plaatsen (rel. vochtigheid=max. 85%), bijv. een
badkamer.
▪ Op plaatsen onderhevig aan vorst. De omgevingstemperatuur
rond de binnenunit moet >5°C bedragen.
▪ De binnenunit is ontworpen om alleen binnen geïnstalleerd te
worden en bij omgevingstemperaturen van 5~35°C.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Voorbereiding
ERHQ: 75 m
(a)
(95 m)
ERLQ: 50 m
(a)
(70 m)
3 m
30 m
3 m
10 m
500
25