6A - AANWEZIGHEID BESTUURDER
De aanwezigheid bestuurder is ingeschakeld wanneer de bestuurder correct op de stoel zit en de cabinedeur gesloten is.
- Het is alleen vanaf dat ogenblik dat de heftruck bedrijfsklaar is, en dat de bediener de hydraulische bewegingen
kan uitvoeren en de heftruck verplaatsen.
6B - CONTROLE-INSTRUMENTENPANEEL
A - TOERENTELLER
B - BRANDSTOFPEIL
Als het gele controlelampje B1 brandt, geeft dit aan dat de brandstof bijna op is en uw gebruiksduur beperkt is.
C - AANWIJZER VAN OVERLANGSE STABILITEIT
Zie: 2 - BESCHRIJVING: 7 - WAARSCHUWINGSINRICHTING EN BEGRENZER VAN DE OVERLANGSE STABILITEIT.
D - AANWIJZER VOORUIT/VRIJ/ACHTERUIT
Zie: 2 - BESCHRIJVING: 20 - RIJRICHTINGSCHAKELAAR VOORUIT/VRIJ/ACHTERUIT.
E - GROENE RIJRICHTINGAANWIJZERS
Een piepsignaal weerklinkt afwisselend op hetzelfde moment als de rijrichtingaanwijzers bij het gebruik van de knipperlichten
of de waarschuwingslichten.
F - GROENE AANWIJZERS WIELUITLIJNING
Zie: 2 - BESCHRIJVING: 22 - SELECTIE BESTURING.
G - AANWIJZER DIGICODE
Dit knipperend controlelampje geeft aan dat de digicode aan staat (zie: 2 - BESCHRIJVING: 6D - DISPLAY).
H - CONTROLELAMPJE WATERPEIL EN -TEMPERATUUR VERBRANDINGSMOTOR
MOTOR KOUD: Als het controlelampje H1 gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, geeft dit aan dat het
peil van de koelvloeistof te laag is. Onmiddellijk de motor uitzetten en het peil controleren.
MOTOR WARM: Als het controlelampje H1 gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, geeft dit aan dat
de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is of het peil van de koelvloeistof te laag is. Onmiddellijk
de motor uitzetten en de oorzaak van de storing opsporen in het koelsysteem.
E
B
B1
H
H1
G
E
A
D
F
2 - 25
www.duma-rent.com
C