KaDeck
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
Let op de volgende punten in de onderstaande installatieschema's met elektromechanische regeling:
Let op de gegevens over types en aanleg van leidingen met inachtneming van VDE 0100.
Zonder *: NYM-J. Het noodzakelijke aantal aders incl. beschermingsleiding is op de leiding aangegeven. Diameters zijn
niet aangegeven, omdat de leidinglengte in de berekening van de diameter wordt opgenomen.
Met *: J-Y(ST) Y 0,8mm, max. 50 m. Uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Met ***: J-Y(ST) Y 0,8 mm, max. 30 m. Uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Met ***: J-Y(ST) Y 0,8 mm, max. 10 m. Uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Met ****: UNITRONIC® BUS LD 2x2x0,22 mm². Uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Bij gebruik van andere leidingtypes moeten deze ten minste gelijkwaardig zijn.
De aansluitklemmen van het apparaat zijn geschikt voor een maximale aderdiameter van 2,5 mm².
Bij gebruik van aardlekschakelaars moeten deze minimaal mengfrequentiegevoelig (type F) zijn. Bij het ontwerp van de
ontwerplekstroom moet rekening worden gehouden met de voorschriften in DIN VDE 0100, Deel 400 en 500.
Bij het ontwerp van de bouwzijdige netvoeding en beveiliging (C16A, max. 10 apparaten) moet met de elektrische gege-
vens rekening worden gehouden.
33