I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G
Houd, indien u een inbouwtoestel installeert rekening met;
!Let op
•
De minimale inbouwafmetingen volgens Bijlage 3, Afb. 1 en 2;
•
De inbouwhoogte van het toestel, deze kunt u zelf bepalen.
Ø
Zorg voor een gasaansluiting ter plekke; zie voor details paragraaf 5.2.
Ø
Maak een doorvoer voor het verbrandingsgasafvoersysteem of het concentrische systeem met de onderstaande
diameters; zie voor details paragraaf 5.8 of 5.9:
•
de pijpdiameter +10 mm voor een doorvoer door onbrandbaar materiaal;
•
de pijpdiameter +100 mm voor een doorvoer door brandbaar materiaal.
Aanvullende instructies, specifiek voor het toestel dat u installeert, vindt u vanaf hoofdstuk 5.10.
!Let op
5.5 Plaatsen van een inbouwtoestel
Niet alle inbouwtoestellen van DRU worden standaard geleverd met een bedieningsluik.
Inbouwtoestellen moeten geplaatst worden met het DRU-bedieningsluik. Dit is noodzakelijk om een duurzame,
!Let op
veilige en goede werking te waarborgen. Het DRU-bedieningsluik is los te verkrijgen. Uitzonderingen zijn:
•
B
-toestellen (open toestellen).
11 AS/BS
•
Toestellen met een meegeleverde DRU-afschermkast. De DRU-afschermkast is bestemd voor installatie met
een zwevend plateau. Als het toestel wordt aangesloten met het DRU-PowerVentsysteem, moet alsnog het
DRU-bedieningsluik worden toegepast.
Het gasregelblok is aan het toestel gemonteerd. Het dient losgenomen te worden en later in het bedieningsluik
geplaatst te worden. Zie voor plaatsing van het gasregelblok in het bedieningsluik paragraaf 5.7.
Ga als volgt te werk:
Ø
Maak de beugel met o.a. het gasregelblok los van het toestel door de parkers los te schroeven.
Ø
Leg de beugel waaraan o.a. het gasregelblok gemonteerd zit, samen met de bedrading van de
ontstekings-/ionisatiekabel(s), de flexibele gasslang(en) en de typeplaat met ketting in de richting van het
bedieningsluik.
!Let op
•
Zorg ervoor dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit;
•
Vermijd knikken in de leidingen.
•
Voorkom dat de ontstekingskabels in contact komt met andere bedrading;
!Let op
•
Het typeplaatje dient bevestigd te blijven aan de ketting.
Ø
Stel de hoogte van het toestel in met behulp van de stelvoeten (indien van toepassing).
Ø
Zet het toestel waterpas.
!Tip
Het inbouwframe bij de meeste 2- of 3-zijdige toestellen is nastelbaar. Hierdoor kunt u het inbouwframe goed
laten aansluiten op de boezem. Voor 2- of 3-zijdige toestellen, die niet nastelbaar zijn, verwijzen wij naar
hoofdstuk 5.10 'Aanvullende instructies'.
!Let op
ontsteek het toestel niet voordat het volledig gastechnisch, elektrotechnisch en afvoertechnisch is geïnstalleerd,
volg eerst de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 7.3.
5.6 Plaatsen boezem
Voor een goede afvoer van de warmte dient er voldoende ruimte rondom het toestel aanwezig te zijn.
De boezem moet voldoende geventileerd worden door middel van ventilatieopeningen (ingaand en uitgaand).
!Let op
•
Bij installatie van een toestel met schouw kunnen specifieke afmetingen gelden voor de opening in de
boezem.
•
Bij installatie van een toestel verzonken in de vloer dient rekening te worden gehouden met de minimale
afstanden tot een brandbare vloer.
Indien van toepassing vindt u hierover meer informatie vanaf hoofdstuk 5.10 'Aanvullende instructies'.
(indien van toepassing)
(indien van toepassing)
NL