28: [Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde 1]
Stel de stroomsterkte voor papieroverdracht op zijde 1 in.
Gebruik deze functie om verslechtering van de beeldkwaliteit als gevolg van het papier (bijv. als gevolg
van het vochtgehalte van het papier) te verminderen.
Druk op [+] om de stroomsterkte te verhogen en op [-] om de stroomsterkte te verlagen.
Instellingsitems
[Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde 1]
29: [Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde 2]
Stel de stroomsterkte voor papieroverdracht op zijde 2 in.
Gebruik deze functie om verslechtering van de beeldkwaliteit als gevolg van het papier (bijv. als gevolg
van het vochtgehalte van het papier) te verminderen.
Druk op [+] om de stroomsterkte te verhogen en op [-] om de stroomsterkte te verlagen.
Instellingsitems
[Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde 2]
30: [Stroomsterkte pap.overdr; Voorrand]
Stel de stroomsterkte in die moet worden toegepast op de voorzijde van het papier tijdens
papieroverdracht.
Specificeer de stroomsterkte voor papieroverdracht als een percentage van de stroomsterktes die zijn
opgegeven in 27: [Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde 1] en 28: [Inst. stroomsterkte pap.overdr: Zijde
2].
Gebruik deze functie om de verslechtering van de beeldkwaliteit aan de bovenrand van het papier te
verminderen.
Druk op [+] om het percentage te verhogen en op [-] om het te verkleinen.
Instellingsitems
[Stroomsterkte pap.overdr; Voorrand]
31: [Stroomsterkte pap.overdr; Afst voorrand]
Pas de ruimte aan de bovenrand van het papier aan waarop de stroomsterkte voor papieroverdracht
wordt toegepast.
Max. waarde
Min. waarde
0
-400
Max. waarde
Min. waarde
0
-400
Max. waarde
Min. waarde
300
0
Instellingswaarden
Stap
Eenheid
1
A
Stap
Eenheid
1
A
Stap
Eenheid
1
%
131