dat tot de randen is bedrukt. Stel in een dergelijk geval de helderheid zo in dat de sensor op de juiste
wijze de papierranden kan detecteren.
Druk op [+] om de luminantie te vergroten en op [-] om deze te verlagen.
Instellingsitems
[Randdetectie aanpas. voor gekleurd pap.]
07: [Regist. storingsdetectie met invoerricht.]
Geef op of het afdrukken moet worden gestopt wanneer de horizontale onjuiste uitlijning van het
afgeleverde papier het instelbare bereik (3 mm/0,1 inch) overschrijdt.
Wanneer [Aan] is geselecteerd, verschijnt er een foutmelding en stopt het apparaat met afdrukken
indien de verkeerde uitlijning van het papier het ingestelde bereik overschrijdt.
Wanneer [Uit] is geselecteerd, gaat het apparaat door met afdrukken terwijl de maximale correcctie
van 3 mm (0,1 inch) wordt toegepast, ondanks dat de verkeerde uitlijning van het papier het ingestelde
bereik overschrijdt.
Instellingsitems
[Registratie storingsdetectie met invoerrichting]
Afbeeldingspositie en -schaling aanpassen
08: [Bldpos Zd.1 aanp (langs toev.r)]
Pas de horizontale positie van het beeld aan dat op zijde 1 van het papier moet worden afgedrukt.
Druk op [+] om het beeld naar rechts (onderrand) te verplaatsen.
Druk op [-] om het beeld naar links (bovenrand) te verplaatsen.
Max. waarde
Min. waarde
5,00
1,00
[Aan]
[Uit]
Instellingswaarden
Stap
Eenheid
0,01
Geen
Waarden
121