Slimdrive SLT Productserie
6.4
Veiligheidsapparaten monteren
Informatie over de aansluiting en parametrisering van de veiligheidssensoren en de in- en uitgangen en over de
inbedrijfstelling vindt u in het bedradingsschema.
Veiligheids- en aansturingsvoorzieningen monteren.
X
Kabels correct in de kabelkanalen leggen.
X
Elektrische installatie, zie bedradingsschema.
6.5
Bedieningselementen/schakelaar/knop monteren
Elektrische installatie, zie bedradingsschema.
Bedieningselementen zo monteren dat gebruikers zich niet in gevaarlijke gebieden kunnen begeven.
X
6.6
Inbedrijfstelling deurinstallatie
Informatie over de aansluiting en parametrisering van de veiligheidssensoren en de in- en uitgangen en over de
inbedrijfstelling vindt u in het bedradingsschema.
6.6. 1
Controleboek bijhouden
Veiligheidsanalyse uitvoeren.
X
Gemonteerde opties in de veiligheidsanalyse voor de eigenaar invoeren.
X
6.7
Demonteren
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel!
Bij het bedienen van de kap kunnen personen gewond raken.
Hanteer de kap uitsluitend met twee personen.
X
PAS OP!
Gevaar voor letsel door stoten en beknellen!
Beveilig de schuifdeur tegen onbedoelde bewegingen.
X
Ontkoppel de oplaadbare batterij.
X
Koppel de aandrijving los van de stroomtoevoer.
X
Demontage gebeurt in de omgekeerde volgorde van montage.
7
Service en onderhoud
7. 1
Mechanische service
7. 1 . 1
Spanning tandriem controleren
De tandriem mag bij het afremmen en openen niet van de tandriemschijf van de motor aflopen of slippen.
X
Wanneer de tandriem loskomt of overslaat, tandriem-spanning op 300 N ± 35 N instellen.
X
7. 1 .2
Tandriem spannen
Zie hoofdstuk 5.5.1.
Service en onderhoud
29