15.4 Hydraulica
Als u een diagnose uitvoert van hydraulische problemen moet u eerst bepalen of het
elektrisch systeem OK is. Controleer alle kabelaansluitingen en ga na of ze goed vastzitten
en geen corrosie vertonen. Meet de elektrische output op de klep om te zien of er spanning
op de aansluiting staat.
De meeste kleppen hebben een overnamepin. Dit is een klein, koperkleurig gaatje aan het
uiteinde van elke spoel in het midden. Er is er één voor elke klep. Door de pin in te
drukken kunt u de klep handmatig activeren. Er moet druk uitgeoefend worden op het blok
om de functie te laten bewegen.
Als uw veldspuit is uitgerust met een omloopklep moet deze telkens opnieuw geactiveerd
worden als er een hydraulische functie vereist is.
Een of meer spuitbomen gaan niet omhoog of omlaag:
Controleer dat er hydraulische olie toegevoerd wordt op het NORAC-kleppenblok en dat
er druk staat op de drukaansluiting. De hydraulica werkt niet als de druk- en tankleidingen
verwisseld zijn. Als er snelkoppelingen in het systeem voorkomen moeten die goed
aangesloten zijn.
Controleer de omloopklep (als er een is) voor een goede werking en de kabelaansluitingen
naar het UC5™ systeem. De omloopklep moet correct geconfigureerd zijn in de
handmatige klepset-up. (Paragraaf 8.5.3).
Mogelijk is er onvoldoende tegendruk om de regelkleppen in het NORAC-kleppenblok te
activeren. U kunt regelkleppen aanbrengen in de "A"-lijnen naar de tank om voldoende
tegendruk te creëren om de pilootbediende kleppen in het NORAC-kleppenblok te
activeren.
Mogelijk zijn de omhoog- en omlaagleidingen naar de kantelcilinders verwisseld. Zorg dat de
omhoogleidingen zijn aangesloten op de "B"-aansluitingen op het NORAC-kleppenblok. De
omlaagleidingen moeten aangesloten zijn op de "A"-aansluitingen.
De spuitboom gaat omhoog wanneer hij omlaag zou moeten gaan, of omgekeerd:
Controleer de kabelaansluitingen naar het kleppenblok en controleer of ze zijn verwisseld.
Mogelijk zijn de omhoog- en omlaagleidingen naar de kantelcilinders verwisseld. Zorg dat de
omhoogleidingen zijn aangesloten op de "B"-aansluitingen op het NORAC-kleppenblok. De
omlaagleidingen moeten aangesloten zijn op de "A"-aansluitingen.
49