Inhoudsopgave
Advertenties
7 Het UC5™ systeem begrijpen
Het UC5™ Spuithoogteregelingssysteem zal in de meeste situaties goed functioneren. Zoals bij
alle apparatuur is het wel belangrijk dat de bediener constant alert blijft. Er kunnen bepaalde
situaties en terreinen opduiken die de prestatie beperken, en in die situaties moet de bediener
overgaan op een handmatige bediening van de spuitbomen. Een bespreking van de instellingen
en prestaties volgt hieronder om deze situaties te toe te lichten.
Spuitboomreactietijd
7.1
De spuitboomhydraulica en -ophangingssystemen zijn de bepalende componenten voor de
spuitboomreactietijd. De hydraulische maximumsnelheid van de spuitboom wordt bepaald door
de veldspuitfabrikant en wordt niet lager door het hydraulische UC5 ™ systeem toe te voegen.
Greppels, waterwegen en akkerranden
7.2
In heel wat situaties moet er gesproeid worden met één sensormeting boven een terrein dat
niet dezelfde situatie weergeeft als voor de rest van de spuitboom. Dergelijke situaties kunnen
zich voordoen als er wordt gesproeid over greppels, waterwegen of akkerranden. Bij sproeien
in dergelijke situaties moet de bediener alert blijven en de hoogteregeling overnemen waar dat
nodig is.
Rijden door greppels en over terrassen
7.3
Situaties met veranderingen in het terrein, zoals bij rijden over terrassen of door greppels,
vergen bijzondere prestaties. Op dit soort terrein kan de veldspuit immers sterk op en neer
gaan en rollen en bij werken op hoge snelheid kan de spuitboomtiphoogte daardoor onderhevig
zijn aan snelle veranderingen. De tippen van hydraulische veldspuitsystemen zijn dan niet snel
genoeg om de spuitboomtipfouten te corrigeren. Er zijn twee oplossingen voor dit probleem.
De eerste is dat de bediener deze situaties herkent voordat ze zich voordoen en de
spuitboom handmatig opheft tot op een veilige hoogte.
De tweede is dat de optionele NORAC Roll Control™ wordt aangebracht als die voor de
veldspuit in kwestie verkrijgbaar is. Deze gaat de veldspuitrol compenseren en de nodige
correcties sneller en soepeler uitvoeren, zodat de spuitboom beter beschermd wordt en op
hogere snelheden kan sproeien. Een beschrijving van de NORAC Roll Control™ vindt u in
Paragraaf 13.3.
Aardemodus en Gewasmodus
7.4
Hoogtesensoren maken gebruik van "smart sensor"-technologie, die zowel metingen kan
uitvoeren vanaf de top van het bladerdek van het gewas als vanaf het grondoppervlak. Daarmee
kan de gebruiker een keuze maken tussen de gewasmodus en aardemodus. In de aardemodus
wordt de doelhoogte vanaf de aarde tot aan de spuitdop gemeten. In de gewasmodus wordt de
doelhoogte vanaf het bladerdek van het gewas tot aan de spuitdop gemeten.
14
Advertenties
Inhoudsopgave
