Pagina 1
khoog Spuithoogtebesturingssysteem Bedieningshandleiding ECHO™/Virtuele terminal Versie 4 Software...
Pagina 2
P/N voor nabestellen: UC5-BC-MANUAL-ECHO-VT-DUT Rev F OPMERKING: NORAC Systems International Inc. behoudt het recht om producten en daarbij behorende specificaties zonder kennisgeving en zonder de vereisten om eerder verkochte producten te updaten te verbeteren. Iedere inspanning is geleverd om de nauwkeurigheid van de informatie in deze handleiding te garanderen.
Web: www.norac.ca Op bepaalde types veldspuit met een virtuele terminal, moet u eerst de NORAC- ontgrendelingscode invoeren op het scherm als u de machine voor het eerst inschakelt. Neem contact op met NORAC op een van de bovenstaande nummers om deze code te verkrijgen.
Veiligheidsvoorschriften Het UC5 spuithoogtebesturingssysteem verbetert de nauwkeurigheid van uw spuithoogte aanzienlijk en beschermt de spuitboom in vele verschillende veldomstandigheden tegen schade. Echter onder bepaalde omstandigheden kunnen de prestaties beperkt zijn. De bediener van de veldspuit moet te allen tijde alert blijven en moet, indien noodzakelijk, de automatische besturing overnemen.
Dit betekent dat de veldspuit kan blijven functioneren als een kabel beschadigd raakt of een onderdeel van de UC5™ wordt verwijderd. Gebruiksgemak: De UC5™ werkt op veel verschillende types displayterminals, zodat het gemakkelijk in ieder systeem te integreren is. Smart Sensor-technologie: Alle sensoren zijn door NORAC speciaal ontworpen voor de landbouwsector.
Figuur 3: algemene UC5™ systeemopstelling (Montage vooraan) 4.2 Hoogtesensoren Hoogtesensoren gebruiken een ultrasoon signaal voor het meten van de afstand tot de grond of het bladerdek van het gewas. Normaliter worden er drie hoogtesensoren gebruikt. Er is een sensor op het buitenste gedeelte van iedere spuitboomhelft gemonteerd en er is een andere sensor op de middensectie gemonteerd.
5 Pictogrambeschrijvingen De volgende tabel toont en beschrijft de pictogrammen die in de display worden gebruikt. De pictogrammen kunnen onderling verschillen. Dit is afhankelijk van de door u gebruikte display. Tabel 1 - Displaypictogrammen Pictogram Naam Beschrijving Bevestigen Bevestigt selectie of voltooiing van een stap Fout Duidt een fout aan Volgende...
Pagina 11
Annuleren Annuleert huidige selectie of bewerking Opent het diagnostiekscherm automatische set- Set-up diagnostiek up (* geldt alleen voor ECHO™ ) Navigeert naar scherm Set-up automatische/handmatige set-up Opties Navigeert naar het optiescherm Diagnostiek Navigeert naar het diagnostiekscherm Geavanceerde instellingen Navigeert naar de geavanceerde instellingen Navigeert naar de display-instellingen (* geldt Display alleen voor ECHO™)
Pagina 12
Navigeert naar de handmatige set-up voor de Set-up/Diagnostiek klep klep of de hydraulische diagnostiekschermen Navigeert naar het scherm handmatige Schakelaars schakelaars afstandsbediening Navigeert naar het versiescherm van de UC5™ Versies modules Geometrie Navigeert naar het spuitboomgeometriescherm Navigeert naar het scherm handmatige Handmatige klepaandrijving klepaandrijving Wijzig de display-units (*geldt alleen voor...
Handmatige Instellingenknop Knop Figuur 4: NORAC UC5™ hoofdscherm – Figuur 5 : NORAC UC5™ hoofdscherm – Handmatige modus Handmatige modus De weergegeven hoogte op de spuitboom is gemeten vanaf de spuitdoppen tot aan de aarde (aardemodus) of tot aan het bladerdek van het gewas (gewasmodus). Indien er zich vijf hoogtesensoren op de veldspuit bevinden, is de weergegeven hoogte het gemiddelde van iedere boomsectie.
Instellingen Om de instellingen van de NORAC UC5™ te wijzigen, selecteert u de instellingenknop die is weergegeven in Figuur 5. De instellingen zijn op elk moment raadpleegbaar, zowel in de auto- matische als handmatige modus. Het tweede instellingenscherm is te openen door de knop Volgende te selecteren, zoals weergegeven in Figuur 6.
Pagina 15
Modus: Met de Modus-knop kunt u het systeem laten schakelen tussen de aardemodus en de gewas- modus. In de aardemodus kunnen de sensoren de hoogte meten vanaf de spruitdoppen tot op de grond; in de gewasmodus daarentegen wordt de hoogte van de spruitdoppen tot bovenaan het bladerdek van het gewas gemeten.
Reactie (snelheid) rollen: De ingestelde reactietijd van de helling bepaalt de reactietijd van de cilinders op de sensormetingen. Deze instelling is alleen zichtbaar wanneer de hellingregeling aanstaat. U kunt de reactietijd van de helling instellen van 0 tot 5. Stand 1 is langzaam en stand 5 geeft de kortste reactietijd.
De schakelaars "Giek omhoog/omlaag" en "Rol CW/ CCW" zijn ook bruikbaar om de middensectie of de rolpositie van de spuitboom handmatig bij te stellen. * Sommige veldspuittypes ondersteunen mogelijk niet alle functies van de externe schakelaar. Foutindicators Als in het systeem een fout wordt gedetecteerd, verschijnt de Fout-knop linksboven in het scherm, zoals weergegeven in Figuur 10.
De eerste is dat de bediener deze situaties herkent voordat ze zich voordoen en de spuitboom handmatig opheft tot op een veilige hoogte. De tweede is dat de optionele NORAC Roll Control™ wordt aangebracht als die voor de veldspuit in kwestie verkrijgbaar is. Deze gaat de veldspuitrol compenseren en de nodige correcties sneller en soepeler uitvoeren, zodat de spuitboom beter beschermd wordt en op hogere snelheden kan sproeien.
Pagina 19
De gewasmodus wordt doorgaans gebruikt om te werken op rijpe granen, rijgewassen of speciale gewassen. De aardemodus wordt algemeen gebruikt om de grond te volgen doorheen jongere gewassen, stoppels of gewone gewasresten. Soms zijn, naargelang het gewas, de modi allebei bruikbaar. ...
Verder voor de spuitboom voelen Een vaak voorkomende misvatting is dat de spuitboom beter zal presteren als de sensor verder vóór de spuitboom wordt verplaatst. Door de sensor verder vóór de spuitboom te verplaatsen wordt de afstand tussen de spuitdop en de sensor groter. Daardoor komt de sensor op een andere plaats binnen het veld dan de veldspuits terecht, zodat er een hoogtefout aan de sproeidoppen wordt ingevoerd.
8 Set-up Zodra het UC5™ Spuithoogteregelingssysteem is geïnstalleerd, moet de werking van de UC5™ getest worden en moet de software ingesteld worden op de veldspuit. Er zijn twee methodes voor de set-up van het UC5 systeem. De aanbevolen manier is door gebruik te maken van de automatische set-up, zoals getoond in sectie 8.2.
Het scherm Set-up wordt weergegeven. Automatische systeem set-up Belangrijk Alle spuitboomsecties bewegen tijdens de automatische set-up. Er mogen geen mensen en apparatuur in de nabijheid van de spuitboom zijn. Zorg, om volledig te heffen, dat de spuitbomen voldoende vrijheid hebben en geen elektriciteitsdraden kunnen raken.
Pagina 23
Druk, om het set-up proces te starten, op de “automatische set-up” knop in het instellingenscherm. Kies selectievakken veldspuitmerk en model en druk vervolgens op bevestigen. Er wordt een lijst met voorzorgsmaat- regelen weergegeven. Het is heel belangrijk dat u deze veiligheidsvoor- schriften leest en naleeft.
Pagina 24
Het systeem instrueert u over het bewegen van de spuitboomfuncties met behulp van de veldspuitbesturingen. Beweeg iedere spuitboom volgens de instructies op de display. De set-up wordt automatisch door- lopen zodra de schakeltest is afgelopen. Vervolgens wordt u geïnstrueerd over het handmatig aanpassen van de spuit- boomhoogte.
Pagina 25
Op de display verschijnt een pijl. Op dat moment zal de spuitboom in beweging zijn. Als dat gedaan is verzoekt de display u de Bevestigen- knop los te laten. Laat de spuitbomen nu niet bewegen. U wordt vervolgens verzocht de Bevestigen-knop ingedrukt te houden.
Hydraulica opnieuw instellen Soms is het nodig de hydraulica van het NORAC UC5 hoogtebesturingssysteem opnieuw te kalibreren. Wanneer u op de “Opnieuw afstellen” knop in het instellingenscherm, volgt het systeem alleen het “Hydraulische afstelling” gedeelte van de automatische set-up. U wilt opnieuw afstellen mogelijk uitvoeren wanneer: ...
Pagina 27
Een lijst van veiligheidsvoorschriften wordt weergegeven op de terminal. Het is heel belangrijk dat u deze veiligheidsvoorschriften leest en naleeft. Zodra u de veiligheidsvoorschriften hebt gelezen, selecteert u de Bevestigen-knop. Er wordt een lijst van aangesloten modules weergegeven (alleen ECHO™). Bevestigener of de modules overstemmen met uw systeem- modules.
Zodra de set-up voltooid is, verzoekt de terminal u de Bevestigen-knop los te laten om het opnieuw instellen af te ronden. NORAC UC5™ systeem geconfigureerd en klaar voor gebruik. Spuitboomgeometrietest Selecteer de knop Spuitboomgeometrietest als u de spuitboomgeometrietest opnieuw wilt uitvoeren.
Handmatige set-up Het UC5™ hoogtebesturingssysteem werkt niet in de automatische stand zolang het systeem niet is geconfigureerd. Het is raadzaam om de automatische systeemset-up te gebruiken, maar waar dit nodig is kan ook een handmatige systeemset-up gebruikt worden. Bij de handmatige set- up moet een set-up uitgevoerd worden van elke sensor, klepuitgang en externe schakelaaringang.
Pagina 30
Zodra u de sensorserienummers en -locaties kent, kunt u de sensorset-up uitvoeren met de volgende stappen: Navigeer naar het scherm Sensoren door de knop Sensorset-up selecteren, zoals weergegeven in Figuur 14. Om een sensor toe te voegen aan een spuitboomlocatie, selecteert u de sensorlocatie waar u de sensor aan wilt toevoegen.
Om een rolsensor toe te voegen aan een spuitboomlocatie, selecteert u de sensorlocatie waar u de sensor aan wilt toevoegen. Voor de rolsensoren verschijnt de tekst Gemeten rol. Die zou op nul moeten staan als de spuitboom vlak is. Selecteer selectievak juiste serienummer.
Pagina 32
8.5.2. Klepset-up Elke klep moet ingesteld en juist afgesteld worden om optimaal te kunnen presteren vanuit de NORAC UC5™ spuithoogtebesturing. Bij het instellen van de kleppen, moeten de spuitbomen over voldoende ruimte beschikken om vrij te kunnen bewegen over het volledige bewegingsbereik.
Pagina 33
Er zijn twee bronnen van regelaars, de ingangsmodule en de klepmodule. U moet de juiste module en de juiste uitgang kiezen om de kleppen correct te laten werken. Een lijst met een standaard set-up vindt u in Tabel 2 en Tabel 3.
Houd de knop Auto ingedrukt. Houd hem ingedrukt tot op de display "Test voltooid" verschijnt. Daardoor wordt de waarde voor Dode-zone voor die functie automatisch gekalibreerd. Herhaal dit voor alle kleppen die nog niet zijn gekalibreerd. Handmatige dode-zonekalibratie In het scherm Kleppen selecteert u de functie die u wilt kalibreren.
Automatische versterkingskalibratie Voordat u de instelling voor Versterking instelt, moet de Dode zone voor die functie ingesteld zijn. Indien de dode zone nog niet is ingesteld, volgt u de aanwijzingen voor het instellen van een dode zone. In het scherm Kleppen selecteert u de functie die u wilt kalibreren.
Handmatige versterkingskalibratie Deze test zal de spuitboom gedurende één seconde op volle snelheid in de geselecteerde richting sturen. Zorg dat de spuitboom over het volle bewegingsbereik vrij kan bewegen en, als de spuitboom naar beneden wordt bewogen, hij niet te dicht boven de grond is. Doel van deze test is de snelheid van de veldspuitboom te bepalen.
9 Menu Opties Er zijn verschillende opties beschikbaar om uw UC5™ systeem te configureren voor gebruik in de verschillende modi. Navigeer naar het UC5™ instellingenmenu (Paragraaf 8.1) en selecteer Opties, zoals weergegeven in Figuur 16. Het eerste scherm van het menu Opties wordt weergegeven in Figuur 17.
De externe handmatige lijn bevindt zich op pin 4 en pin 9 (ze kunnen allebei gebruikt worden) op de Thru 2-aansluiting op de ingangsmodule. Voor alle andere toepassingen: De externe automatische lijn bevindt zich op pin 6 en pin 7 (ze kunnen allebei gebruikt worden) op de Thru 1-aansluiting op de ingangsmodule.
Als de Vleugels alleen-modus is geselecteerd en de kopakkerhulp wordt geactiveerd, worden alleen de vleugels opgeheven tot op de hoogte van de kopakkerhulp. Als ze opnieuw wordt geactiveerd, keert de hele spuitboom terug naar de automatische modus. 9.2.2. Kopakkeractivering Als de functie kopakkerhulp is ingeschakeld, moet u een activeringstype selecteren om ze op de akker te activeren.
Als ze is ingeschakeld, stuurt deze functie de betreffende klep aan als een schakelaaringang wordt gedetecteerd. Deze functie hoeft alleen te worden ingeschakeld als de hardware-installatie de inschakeling ervan vereist. Neem voor hulp contact op met NORAC om de handmatige klepaandrijving in te schakelen.
10 Menu Diagnostiek menu Diagnostiek verstrekt nuttige informatie over UC5™ Spuithoogteregelingssysteem en testfuncties. Navigeer naar het UC5™ instellingenmenu (Paragraaf 8.1) en selecteer de knop Diagnostiek, zoals weergegeven in Figuur 21, om het menu Diagnostiek te openen. In dit menu krijgt u toegang tot geselecteerde veldspuittype, softwareversies, reële sensor- hoogtemetingen, hydraulische instellingen, geometrie-instellingen en klepbewegingstesten.
Pagina 43
Sensoren scherm Sensoren geeft ruwe meetresultaten van aangesloten hoogtesensoren weer. In het voorbeeld rechts ziet u een systeem met vijf sensoren. Hydraulica De schermen Hydraulica Diagnostiek geven de huidige hydraulische instellingen weer, zoals Dode zone (DZ), Versterking (KP) Basistemperatuur (BT) voor elke veldspuitfunctie.
11 Weergave-instellingen Dit paragraaf heeft alleen betrekking op ECHO™. De weergave-instellingen in de schermen Weergave-instellingen kunnen gecontroleerd of gewijzigd worden. Navigeer naar het scherm Instellingen (raadpleeg Paragraaf 8.1 ) en selecteer de knop Weergave zoals weergegeven in Figuur 23. Figuur 23: weergave-knop In het eerste scherm Weergave-instellingen kunnen de weergavetaal en eenheden gewijzigd worden (Figuur 24).
Dit paragraaf heeft alleen betrekking op ECHO™. U kunt een update uitvoeren van de UC5™ modulesoftware via de schermen Update. De nieuwste versie van de software is te downloaden van de NORAC-website (www.norac.ca). Kopieer de software-update op een SD-geheugenkaart of USB-stick. Steek de kaart in een ECHO™-geheugenkaartsleuf of sluit de stick met de bijhorende adapter aan op de USB-poort.
12.1 UC5™ module-updates De naam van een updatebestand wordt in de SD-geheugenkaart of een USB-stick weer- gegeven in het venster Compatible bestanden. Selecteer de bestandsnaam. Selecteer de Bevestigen-knop om de update te starten. Terwijl de ECHO™ bezig is de software van de modules te updaten, volgt u de aanwijzingen op het scherm.
13 Optionele kits De onderstaande kits zijn optioneel toe te voegen kits voor de UC5™ spuithoogtebesturing. Deze kits dragen bij tot betere prestaties in bepaalde, hieronder beschreven situaties. 13.1 Zware-terreinkit Er kunnen extra sensoren worden toegevoegd voor een betere bescherming van de spuitboom en betere systeemprestaties.
13.3 Rolcompensatiekit (Active Roll Control™) Beschikbaar op bepaalde veldspuitmodellen (de meeste veldspuits met spuitboom- rolcapaciteit). De spuitboomrol wordt samen met de vleugelkantelfuncties integraal actief geregeld. Het verschaft een actieve scheiding tussen de spuitboom en de veldspuit en verhoogt de reactiesnelheid.
14 Onderhoud Het NORAC spuithoogtebesturingssysteem vereist zeer weinig onderhoud, maar er zijn een aantal procedures die ervoor zorgen dat het systeem vele jaren correct zal blijven werken. Voorafgaand aan elke dag: Het is ten zeerste aan te bevelen de wrijvingpads van de veldspuit in te vetten. Voor optimale prestaties dient dit dagelijks te worden gedaan.
15 Problemen oplossen 15.1 Algemene bediening De spuitboom lijkt niet vlak te staan na de systeemset-up: De gevoeligheid is mogelijk te laag ingesteld. Controleer de sensorhoogtemetingen op het hoofdscherm en als ze afwijken van de doelhoogte probeert u de gevoeligheid hoger te zetten.
15.2 Sensoren Hoogte- of rolsensor lijken niet te functioneren (weergave "GEEN COMMUNICATIE"): Dit kan veroorzaakt worden door een beschadigde of defecte CAN-buskabel. Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten. De aansluitingen moeten stevig vastzitten en mogen geen corrosie vertonen. ...
CANbus optraden Er zijn CANbus-fouten op de displaybus, maar de module kan nog 5x knipperen communiceren Er zijn CANbus-fouten op de NORAC-CANbus, maar de module kan nog 6x knipperen communiceren Er zijn CANbus-fouten op de displaybus, maar de module kan nog...
Een of meer spuitbomen gaan niet omhoog of omlaag: Controleer dat er hydraulische olie toegevoerd wordt op het NORAC-kleppenblok en dat er druk staat op de drukaansluiting. De hydraulica werkt niet als de druk- en tankleidingen verwisseld zijn.
Pagina 54
Probeer vreemde voorwerpen waar mogelijk uit de klep te verwijderen. Mogelijk is het kleppenblok aan reparatie toe. Mogelijk is er onvoldoende tegendruk om de regelkleppen in het NORAC-kleppenblok te activeren. U kunt regelkleppen aanbrengen in de "A"-lijnen naar de tank om voldoende tegendruk te creëren om de pilootbediende kleppen in het NORAC-kleppenblok te...
15.5 Spuitboomstabiliteit De spuitboom is onstabiel in de automatische modus: Controleer of de spuitboomophanging van de veldspuit correct functioneert en vrij kan bewegen. Indien de ophanging tegenwringt of te los zit zal de spuitboom onstabiel zijn. Als spuitboom zelf onstabiel handmatige modus,...
één jaar. Deze garantietermijn geldt voor een termijn van twaalf maanden vanaf de datum waarop de uitrusting door NORAC of een door haar erkende dealer aan de koper wordt geleverd. Door NORAC vervaardigde besturingssystemen en authentieke wisselstukken zijn hierin inbegrepen.
Pagina 58
Canada NORAC Systems International Inc. Phone: (+1) 306 664 6711 Toll Free: 1 800 667 3921 Shipping Address: 3702 Kinnear Place Saskatoon, SK S7P 0A6 United States NORAC, Inc. Phone: (+1) 952 224 4142 Toll Free: 1 866 306 6722...