De externe handmatige lijn bevindt zich op pin 4 en pin 9 (ze kunnen allebei gebruikt worden)
op de Thru 2-aansluiting op de ingangsmodule.
Voor alle andere toepassingen:
De externe automatische lijn bevindt zich op pin 6 en pin 7 (ze kunnen allebei gebruikt worden)
op de Thru 1-aansluiting op de ingangsmodule.
De externe handmatige lijn bevindt zich op pin 5 en pin 8 (ze kunnen allebei gebruikt worden)
op de Thru 1-aansluiting op de ingangsmodule.
Kopakkerhulp
9.2
Als u deze optie selecteert, wordt de kopakkerhulp geactiveerd. Standaard wordt deze functie
ingeschakeld voor bepaalde types veldspuit. De kopakkerhulp wordt gebruikt om alleen de
vleugels of de hele spuitboom op het einde van de akker op te heffen om te draaien. Deze
functie werkt als het systeem in de automatische modus staat.
De hoogte van de kopakkermodus is verstelbaar. Met de spuitboom in de kopakkermodus kan
de bediener de hoogte simpelweg wijzigen door de doelhoogte aan te passen.
Als het selectievakje voor het activeren van deze optie is ingeschakeld, worden de menu's
Kopakkermodus en Kopakkeractivering weergegeven.
Figuur 18: kopakkermodus en kopakkeractivering
9.2.1. Kopakkermodus
De functie Kopakkerhulp kan in twee verschillende modi werken; Giek of Alleen vleugels.
Als de Giekmodus wordt geselecteerd, worden de vleugels - als de kopakkerhulp is geactiveerd
- tijdelijk uitgeschakeld en zal de giek opgeheven worden tot de vooraf bepaalde hoogte van de
kopakkerhulp zodat de bediener aan het einde van de akker kan omkeren. Als ze opnieuw
wordt geactiveerd, keert de hele spuitboom terug naar de automatische modus.
35