Onze schrobmachines moeten bediend worden door goed opgeleid bevoegd personeel.
Schrobmachines die niet goed functioneren moeten onmiddellijk uit dienst genomen worden.
Onderstaande maatregelen treffen alvorens de machine te gebruiken:
Sluit de batterijlader aan;
De sleutel op de juiste manier in het contact steken;
Controleer het laadniveau van de batterij.
Het laadniveau van de batterij verschijnt op het
bedieningspaneel als de machine ingeschakeld is.
Zet de parkeerrem af door middel van de hendel;
Draai de sleutel in stand 1;
Druk op de ON / OFF-knop. Een groen LED-lampje gaat branden en alle functies worden
geactiveerd. Het schrobdek zal nu zakken. De borstelmotoren en de zuigmotor zullen geactiveerd
worden door het pedaal in te duwen. De hoeveelheid oplossing zal hetzelfde zijn als deze die in
het geheugen bewaard is gebleven sinds dat de machine de laatste keer gebruikt werd. Indien u de
hoeveelheid wilt veranderen, gebruik dan de + en – knoppen op het bedieningspaneel.
De borstelfunctie kan worden ingeschakeld met behulp van deze knop op het bedieningspaneel.
Het schrobdek zal op de grond zakken door de aandrijving, maar de borstels beginnen pas te
draaien als de machine begint te rijden.
Druk nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen, het lampje begint te knipperen en men
heeft voldoende tijd om om het borsteldek op te tillen en de motoren uit te schakelen alvorens de
machine zichzelf uitschakelt.
Schakel door middel van de schakelaar ON/OFF de borstels uit indien er over-absorptie op de
borstels plaatsvindt.
Het is mogelijk om de zuigventilator in te schakelen met de speciale knop op het
bedieningspaneel. De zuigmond zal zakken door middel van de actuator, de zuigventilator zal
enkel geactiveerd worden als de gashendel wordt omgedraaid. Druk nogmaals op de knop om de
functie uit te schakelen, het indicatorlampje zal beginnen te knipperen; de zuigmond zal op de
vloer blijven gedurende een vooraf ingestelde tijd en zal dan opgetild worden. Zowel de
zuigventilator als het knipperende lampje op het bedieningspaneel worden uitgeschakeld.
Het indicatorlampje zal ook beginnen te knipperen als de machine achterwaarts rijdt om aan te
geven dat de zuigmond van de grond getild is. De machine is ook uitgerust met een vlotter die de
zuigmotor uitschakelt als het waterniveau in de vuilwatertank te hoog is. Als dit gebeurt, zal het
indicatorlampje op de zuigmotor beginnen te knipperen en de zuigventilator wordt gedeactiveerd.
Het lampje zal knipperen totdat de tank geledigd is of totdat de machine zichzelf uitschakelt.
Ledig de tank in de speciale drainagegebieden.
Regel de gewenste maximale hoeveelheid oplossing door middel van de + en – toetsen. De LED-
lampjes kunnen beginnen te knipperen als er een lekkage is tijdens het reinigen of indien de
borstelfunctie geactiveerd wordt zonder dat er oplossing beschikbaar is in de tank. Als dit
gebeurt, dient de tank gevuld te worden.
25
GEBRUIK VAN DE MACHINE
CONTROLE VÒÒR GEBRUIK
WERKING
Laad de batterij op als het laadniveau laag is.
Zorg ervoor dat de borstels of pads in goede staat zijn
en dat ze correct gemonteerd zijn.
Zorg ervoor dat de spatborden in goede staat zijn.
Zorg ervoor dat de rubberen banden in goede staat zijn
en correct gemonteerd zijn.