Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows)
Als u voor een bepaalde taak speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de instellingen van
het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar het systeem verzendt. Als u bijvoorbeeld
een bepaalde afbeelding wilt afdrukken met de kwaliteit Hoge resolutie/Foto, moet u deze
instelling in het stuurprogramma selecteren voordat u de taak afdrukt.
1.
Open het document of de afbeelding in de overeenkomstige toepassing en open het
dialoogvenster Afdrukken.
2.
Selecteer het Phaser 8510/8560MFP -product en klik op de knop Eigenschappen om het
printerstuurprogramma te openen.
3.
Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties.
Opmerking:
In Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 kunt u de huidige
afdrukopties opslaan met een unieke naam en deze ook toepassen bij andere taken.
Selecteer een van de volgende tabbladen: Papierkwaliteit, Uitvoeropties of TekColor en
selecteer een Opgeslagen instelling. Klik op de knop Help voor meer informatie.
4.
Klik op de knop OK om uw selecties op te slaan.
5.
Druk de taak af.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties:
Afdrukopties voor Windows-besturingssystemen
Tabblad in
Besturingssysteem
stuurprogramma
Windows 2000,
Tabblad Indeling
Windows XP of
Windows Server
2003
Tabblad
Papier/kwaliteit
Tabblad
Uitvoeropties
Tabblad TekColor
Phaser® 8510/8560MFP multifunctioneel product
Afdrukopties
Afdrukstand
■
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
■
Pagina's per vel
■
Documentformaat, papiertype en lade selecteren
■
Voorbladen
■
Afdrukkwaliteit
■
Opgeslagen instellingen
■
Deelpagina's
■
Beveiligde afdrukken, persoonlijke afdrukken,
■
persoonlijke opgeslagen afdrukken,
testafdrukken, opgeslagen afdrukken, afdrukken
met, en fax
Einde van de taak
■
Opgeslagen instellingen
■
Kleurcorrecties
■
Zwart-witconversie
■
Kleuraanpassingen
■
Opgeslagen instellingen
■
3-22
Afdrukopties selecteren