Basisinstelling
Verwarmingssysteem
radiatoren verwarming
90/70°C (zie tabel 5.4.2)
vloerverwarming
50/35°C
Correcties
Bij buitentemperatuur
overdag van:
+5°C tot +15°C
-10°C tot +5°C
Let op!
Slechts één verbetering per dag doorvoeren.
Het gebouw verwerkt temperatuurveranderingen slechts
langzaam.
5.4.6 Instellingen bij externe aansturing via
analoog signaal
Als de cascaderegelaar door een extern analoog signaal
wordt aangestuurd, is dit vergelijkbaar met de
warmtevraag van de rematic
spanningsverloop van 0 tot 3,3 V komt overeen met een
temperatuurbereik van 0 tot 100°C. Met een extra weer-
stand is dit bereik aan te passen.
Zie ook de documentatie 'Schemabladen'.
Er zijn 2 mogelijkheden:
- met de buitenvoeler aangesloten op de cascade-
regelaar en de bedrijfskeuzeschakelaar op stand
'
' of '
' of '
' zijn de stooklijn, de klok en de
vorstbeveiliging actief. Pas als het externe signaal een
hogere temperatuur vraagt dan de ingestelde stooklijn,
gaat de regelaar op deze hogere temperatuur regelen.
- met een weerstand van 10 K½ in plaats van een
buitenvoeler en de bedrijfsschakelaar op ' ' (uit), wordt
de aanvoertemperatuur uitsluitend door het externe
signaal bepaald.
of
2,2
1,0
te laag
of
ca 0,2 lager en
één correctiestap hoger instellen
of
ca 0,2 hoger instellen
®
menggroepregelaars. Een
Voorbeeld
+1
-1
Is de ruimtetemperatuur:
één correctiestap lager instellen
21
-4
-1 à -2
te hoog
of
ca 0,2 hoger en
of
ca 0,2 lager instellen