Aansturing via de klemmen
Standaard werken de ingangen als volgt:
-
Sluit het start-/stopcontact aan op
de klemmen 1 & 2.
-
Sluit het contact om de regelaar te
starten.
-
Open het contact om de regelaar
te stoppen
-
Sluit een potentiometer (5kΩ
minimaal) aan op de klemmen 5, 6
en 7 om de snelheid te regelen
tussen de minimale (0Hz) en de
maximale frequentie (50 Hz).
Voorbeveiliging
-
Zie hoofdstuk 9 voor informatie
over de afzekering
-
Zie ook hoofdstuk 9 voor
informatie over de juiste
kabeldiameter
Voedingsspanning
-
110 – 115, 200 – 240, 400 – 480
VAC + / - 10%
-
1 of 3 fasen
-
Zie hoofdstuk 9 voor meer
informatie
Optidrive ODE-2 Nederlandstalige handleiding versie 3.11
Auto-
maat
Aarde
L
N
L1 L2 L3
AC Voedingsspanning
(50 / 60 Hz)
www.invertekdrives.com
Snel van start
Mechanische montage
-
Zie hoofdstuk 3 voor meer
informatie
Bedienpaneel. Zie hoofdstuk 6
voor meer informatie.
Motorkabel
-
Gebruik een afgeschermde
motorkabel.
-
Zie hoofdstuk 9 voor meer
informatie.
Motoraansluitingen
-
Controleer of de motor in ster
of in driehoek is aangesloten.
Typeplaat informatie
-
Stel de nominale
motorspanning in bij P-07
-
Stel de nominale
motorstroom in bij P-08
-
Stel de nominale
motorfrequentie in bij P-09
3