INSTELLINGEN
BESCHRIJVING
INST.
d0
Activering ontdooicyclus.
d03
Ontdooidruk starten.
d04
Ontdooidruk beëindigen.
d05
Min. tijd om een ontdooicyclus te starten
Min. duur van een ontdooicyclus.
d06
Max. duur van een ontdooicyclus.
d07
d08
Vertraging tussen de aanvraag van 2 ontdooicycli binnen hetzelfde circuit.
d09
Ontdooivertraging tussen 2 circuits.
Bedrijfsstand ventilator:
0= altijd AAN.
F02
= Afhankelijk van de compressor (in parallelle bedrijfsstand).
2= Afhankelijk van compressoren in AAN/UIT regeling.
3= Afhankelijk van de compressoren in snelheidsregelingstand.
Temp. waarde voor min. snelheid koelen
F05
Drukwaarde voor min. snelheid koelen.
Waarde proportionele band voor max. snelheid in koelbedrijf (temp).
F06
Waarde proportionele band voor max. snelheid in koelbedrijf (druk).
Proportionele band voor uitschakeling ventilator in koelbedrijf (temp).
F07
Proportionele band voor uitschakeling ventilator in koelbedrijf (druk).
T emperatuurwaarde voor min. snelheid in verwarmingsbedrijf
F08
Drukwaarde voor min. snelheid koelen.
Operationele bandwaarde voor max. snelheid in verwarmingsbedrijf (temp).
F09
Waarde proportionele band voor max. snelheid in verwarmingsbedrijf (druk).
Proportionele band voor uitschakeling ventilator in verwarmingsbedrijf (temp).
F0
Proportionele band voor uitschakeling ventilator in verwarmingsbedrijf (druk).
F
Starttijd ventilator.
Activering "low noise":
0= Deactiveren.
F5
= Alleen activeren in koelbedrijf.
2= Alleen activeren in verwarmingsbedrijf.
3= Activeren in koel- en verwarmingsbedrijf.
F6
Proportionele band "Low Noise" in koelbedrijf.
Proportionele band "Low Noise" in verwarmingsbedrijf
F7
Externe omschakeling activeren:
H06
0= Deactiveren.
= Activeren.
Externe AAN / UIT :
H07
0= Deactiveren.
= Activeren.
H0
Serieel adres.
H23
Modbus activeren.
Softwareversie uitbreidingskaart.
H97
Softwareversie.
H99
Gedeeltelijke belasting bij hogedruk toelaten
0= Capaciteitsregeling gedeactiveerd.
= Capaciteitsregeling geactiveerd voor hogedruk
P04
2= Capaciteitsregeling geactiveerd voor lagedruk
3= Capaciteitsregeling geactiveerd voor hoge en lage druk.
MIN. MAX. VAR. UNIT
Ontdooien
0
flag
D04
0.
bar
D03
/2
0.
bar
0
50
sec.
sec.
0
50
min.
50
0
50
min.
0
50
min.
Ventilator
(EAC 003-804)
0
3
int.
2 (EAR 003-804)
3 (EAC/EAR 25-82)
-40
76
0.
ºC
/
/2
0.
bar
20 (indien F2=3) / 22 (indien F2=2)20 (indien F2=3) / 22 (indien F2=2)20 (indien F2=3) / 22 (indien F2=2)
0
50
0.
ºC
0
30
0.
bar
0
50
0.
ºC
0
F5
0.
bar
-40
76
0.
ºC
/
/2
0.
bar
2 (indien F3=3) / 22 (indien F3=2)2 (indien F3=3) / 22 (indien F3=2)2 (indien F3=3) / 22 (indien F3=2)
0
50
0.
ºC
0
30
0.
bar
0
50
0.
ºC
0
F8
0.
bar
0
20
0
3
flag
0
50
0.
bar
0
50
0.
bar
instelling
0
flag
0
flag
200
ud.
0
flag
0
999
flag
0
999
flag
Detail
0
3
flag
9
STANDAARD
ECOLEAN
AIRCOOLAIR
5.7
5.7
35
30
60
60
0
0
8
8
40
40
0
0
(ANCM 2D-52D)
2 (ANHM 2D-52D)
3 (ANCM/HM 22E-86D)
28
28
2
2
6
6
0
0
2
2
30
30
5
5
0
0
3
3
20
20
0
0
5
5
0
0
0
0
AIRCUBE
5.7
30
60
0
8
40
0
(KSCM 2D-24D)
2 (KSHM 2D-24D)
3 (KSCM/HM 22E-86D)
28
2
6
0
2
30
5
0
3
20
0
5
0 (KSCM) (KSHM)
0