GEAVANCEERDE FUNCTIES
10.- TOERENREGELING CONDENSORVENTILATOR
De toerenregeling van de ventilator dient om erg lage condensatietemperaturen te voorkomen tijdens het koelbedrijf bij buitentem-
peraturen tussen 0ºC en 46ºC.
Afhankelijk ven de unit kan deze functie het volgende zijn:
..- PROPORTIONELE REGELING GEBASEERD OP DRUK
Modellen:
AIRCOOLAIR:
AIRCUBE:
In dit geval is het de proportionele toerentalregeling van de ventilator die de spanning naar de ventilator regelt.
VENTILATOR-
TOERENTAL
00%
40%
0%
8 8.5
.2.- PROPORTIONEE REGELING GEBASEERD OP DRUK TEMPERATUUR
Modellen:
AIRCOOLAIR:
AIRCUBE:
In dit geval is het ook een proportionele toerentalregeling van de ventilator die de spanning naar de ventilator regelt.
VENTILATOR-
TOERENTAL
00%
40%
0%
8 9
28
.3.- AAN/UIT CONTROLE OP BASIS VAN DE DRUK
Modellen:ECOLEAN:
AIRCOOLAIR:
AIRCUBE:
AAN/UIT via de regeling en omschakeling tussen hoog en laag ventilatortoerental via drukschakelaars.
De ventilatoren voor deze modellen hebben 2 snelheden. De ventilatoren werken met een hoog of laag toerental volgens:
KOELBEDRIJF:
De aan-/uit functie en het lage/hoge toerental van de ventilator worden
geregeld volgens de condensatiedruk. Zie onderstaande illustratie:
KOELBEDRIJF
Hoog toerental
Laag toerental
0ºC
22 bar
NOTE*: In deze zelfde modellen, maar in het koelen van slechts versie, is het beheer van de ventilatorsnelheid het zelfde, behalve
dat, is het ON/OFF signaal verstrekt door een drukschakelaar in plaats van de controle.
ECOLEAN:
EAC + kit -15ºC en EAR 251-812 SM
ANCM + kit -15ºC en ANHM 22E-86D
KSCM + kit -15ºC en KSHM 22E-86D
20
ECOLEAN:
EAC 25-82 SM
ANCM 22E-86D
KSCM 22E-86D
CONDENSATORTEM-
40
PERATUUR (ºC)
EAR* 003-804 SM
ANHM* 2D-52D
KSHM* 2D-24D
Benaderde Buitentemperatuur ºC
15ºC
30ºC
35ºC
28 bar
30 bar
37 bar
Condensatiedruk
NB
Bij het opstarten werkt de ventilator op maximumsnelheid
gedurende 20 seconden, om de mechanische inertie van de
motor te overbruggen.
CONDENSOR-
DRUK (bar)
26
NB
Bij het opstarten werkt de ventilator op maximumsnelheid gedu-
rende 20 seconden, om de mechanische inertie van de motor
te overbruggen.
Dezelfde tijd wordt aangehouden voor het opstarten van de
compressor (ongeacht de condensatietemperatuur) om de
plotse drukverhoging te versnellen (die niet noodzakelijk ge-
paard gaat met een gelijkwaardige temperatuurverhoging op de
plaats van de sensor) en zo de regeling te verbeteren.
VERWARMINGSBEDRIJF (alleen voor warmtepompunits). Het lage/
hoge toerental van de ventilator wordt geregeld aan de hand van de
omgevingsthermostaat. Zie onderstaande illustratie:
Hoog toerental
Laag toerental
6
VERWARMINGSBEDRIJF
+7ºC
Buitentemperatuur ºC