HET CONTROLEREN VAN DE
WAARSCHUWINGSLAMPJES
Controleer iedere dag voordat u begint te maaien of alle
waarschuwingslampjes werken.
1.
Schakel de parkeerrem in, zet de contactschakelaar op ON
(AAN). Druk op de testknop voor de waarschuwingslampjes
(Afb. 13). Alle lampjes lichten nu op en u hoort een
geluidssignaal.
N.B.: Het geluidssignaal blijft klinken totdat het probleem
verholpen is of tot de alarmresetknop ingedrukt is. Als er een
tweede probleem geconstateerd wordt, zult u het geluidssignaal
niet horen maar zal het indicatielampje oplichten.
DE VEILIGHEIDSBLOKKERINGEN ZIJN VOOR
DE VEILIGHEID VAN DE BESTUURDER,
MAAK ZE DAAROM NIET LOS. CONTROLEER
DAGELIJKS DE WERKING VAN HET DE
VEILIGHEIDSBLOKKERING. ALS ER EEN
SCHAKELAAR DEFECT IS MOET U DEZE
VERVANGEN VOORDAT U GAAT MAAIEN.
VERVANG DE SCHAKELAARS IEDERE TWEE
JAAR OM DE MAXIMALE VEILIGHEID TE
GARANDEREN, ONGEACHT OF DE
SCHAKELAARS GOED WERKEN OF NIET.
HET CONTROLEREN VAN HET
VEILIGHEIDSBLOKKERINGSSYSTEEM
1.
Laat de maai-eenheden op de grond zakken op een grote open
plek zonder vuil en niet in de buurt van omstanders. Stop de
motor.
2.
Ga op de stoel zitten en schakel de parkeerrem in (Afb. 14).
Draai de sleutel om en probeer de motor te starten terwijl de
hendel voor het maaien/wetten (Afb. 14) zowel in de MAAI-
positie als in de WET-positie staat. Indien de motor aanslaat is
er een defect dat onmiddellijk gerepareerd moet worden. Als de
motor niet aanslaat werkt de onderbrekingsschakelaar correct.
3.
Ga op de stoel zitten en schakel de parkeerrem uit (Afb. 14).
Draai de sleutel om en probeer de motor te starten terwijl de
hendel voor het maaien/wetten op STOP staat (Afb. 14). Indien
de motor aanslaat is er een defect dat onmiddellijk gerepareerd
LET OP
Afbeelding 13
1.
Testknop waarschuwingslampjes
Afbeelding 14
1.
Parkeerrem
2.
Hendel maaien/wetten
3.
Sleutel
19