104–3241
1. Vooruit
2. Continu snelheidsregeling
3. Neutraalstand
104–3243
1. Om de tractor te laten
rijden, duwt u de hendel
in.
106–8552
1. Gras opvangen
4. Langzaam
5. Snel
6. Achteruit
2. Trek de hendel uit om de
tractor te duwen.
2. Recyclen
11
107–2220
1. Maaien in de
achteruit-stand
ingeschakeld
107–8920
1. Choke
2. Snel
3. Continu snelheidsregeling
4. Langzaam
2. De grasvanger leer
3. Aftakas
5. Motor – Afzetten
6. Aan
7. Motor – Starten