Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opmerking Energiebesparing; Bediening; Bedieningsunit; Bedrijf Na Stroomuitval - Nefit EnviLine A/W Split E Series Gebruiksinstructie

Inhoudsopgave

Advertenties

3 | Bediening

2.7

Opmerking energiebesparing

• Gebruik bij voorkeur het normaal bedrijf, waarbij het energieverbruik
van de cv-installatie het laagst is. Stel de gewenste kamertempera-
tuur in op uw eigen temperatuurgevoel.
• Open in alle kamers de thermostaatkranen volledig. Pas wanneer na
langere tijd de gewenste ruimtetemperatuur niet bereikt wordt, de
temperatuurinstelling op de bedieningsunit verhogen. Draai in een
kamer de thermostaatkraan alleen terug als het in de betreffende ka-
mer te warm wordt.
• Wanneer een kamerthermostaat is geïnstalleerd, kan deze voor de
optimale weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurcompen-
satie worden gebruikt. Vermijd inwerkingen door externe warmte
(bijvoorbeeld zonnestralen of kachel). Anders kunnen ongewenste
variaties in de kamertemperatuur optreden.
• Plaats geen grote objecten, zoals bijvoorbeeld een bankstel, direct
voor de radiatoren (minimaal 50 cm afstand). De verwarmde of ge-
koelde lucht kan anders niet circuleren en het vertrek ook niet opwar-
men of afkoelen.
• Stel de temperatuur van waaraf gekoeld moet worden niet te laag in.
Ook bij het koelen van de woning wordt energie verbruikt.
Correct ventileren
Open de ramen kortstondig helemaal in plaats van deze slechts op een
kier te zetten. Bij een venster op een kier wordt constant warmte aan de
ruimte onttrokken, zonder dat de kamerlucht noemenswaardig wordt
ververst. Draai tijdens het ventileren de radiatorkranen dicht of verlaag
de instelling op de kamerthermostaat.
3
Bediening
WAARSCHUWING:
Materiële schade door vorst!
De verwarming en de bijverwarming kunnen door vorst beschadigd ra-
ken.
▶ Start de binnenunit niet, wanneer gevaar bestaat, dat de verwarming
of bijverwarming bevroren zijn.
3.1

Bedieningsunit

De bedieningsunit HMC 310 regelt iedere van max. 4 cv-groepen in tel-
kens één van de regelmodi:
• Weersafhankelijk geregeld
– De aanvoertemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de bui-
tentemperatuur conform een geoptimaliseerde stooklijn.
• Weersafhankelijk geregeld met voetpunt
– De aanvoertemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de bui-
tentemperatuur conform een vereenvoudigde stooklijn.
Voor beide regelmodi kan een thermostaat worden geïnstalleerd in de re-
ferentieruimte om de gemeten met de ingestelde kamertemperatuur te
vergelijken. De stooklijn wordt dan dienovereenkomstig ingesteld.
De bedieningsunit HMC 310 is geïnstalleerd in het toestel en kan niet
worden gebruikt als kamerthermostaat. Informeer bij uw vakman naar
beschikbare kamerthermostaten.
1) Deze instelling is in Finland of Zweden niet beschikbaar
6
1)
Voor de weersafhankelijke regeling met invloed van de kamertempera-
tuur geldt: thermostaatkranen in de referentieruimte (ruimte, waar de
bedieningsunit of een afstandsbediening is gemonteerd) moeten geheel
zijn open gedraaid!
De koelfunctie is niet beschikbaar in België of Denemarken. De koel-
menuposities zoals genoemd in dit handboek zullen daarom verborgen
blijven in de bedieningsunit, wanneer de unit in deze landen is geïnstal-
leerd. De menuposities kunnen ook in andere landen verborgen zijn,
wanneer het geïnstalleerde systeem niet voor koelen geschikt is.
De bijverwarming of de elektrische bijverwarming zijn niet beschikbaar
voor normaal bedrijf in Denemarken. De verwarmingen mogen echter
wel werken in storingsmodus, voor extra warm water en voor thermische
desinfectie.
De op het display getoonde teksten wijken, afhankelijk van de software-
versie van de bedieningsunit, eventueel af van de teksten in deze hand-
leiding.
De instelbereiken, fabrieksinstellingen en functieomvang zijn afhankelijk
van de installatie ter plaatse en kunnen afwijken van de specificaties in
deze handleiding.
• Als er 2 of meer cv-circuits geïnstalleerd zijn, zijn instellingen voor
verschillende cv-circuits beschikbaar en vereist.
• Als er speciale installatieonderdelen en modules geïnstalleerd zijn
(bijvoorbeeld SM 200 zonnemodule, zwembadmodule MP 100), zijn
er overeenkomstige instellingen beschikbaar en vereist.
• Als er bepaalde typen warmtebronnen zijn geïnstalleerd, zijn eventu-
eel bijkomende instellingen beschikbaar en vereist.
3.1.1

Bedrijf na stroomuitval

Bij een stroomuitval of fases met uitgeschakelde warmtebron gaan geen
instellingen verloren. De bedieningsunit start na terugkeer van de voe-
dingsspanning weer automatisch op. Eventueel moeten de tijd en datum
opnieuw worden ingesteld. Andere instellingen zijn niet nodig.
3.1.2

Overzicht van de bedieningselementen en symbolen

3
2
1
Afb. 3
Bedieningselementen
[1]
Toets fav: favorietenmenu oproepen
[2]
Toets extra warm water: eenmalige opwarming warm water starten
[3]
Toets warm water: bedrijfsmodus warmwatervoorziening instellen
[4]
Toets menu: hoofdmenu (kort indrukken)
[5]
Info-toets: infomenu of andere info over de actuele keuze
[6]
Toets d: bovenliggende menuniveau oproepen of waarde ver-
werpen (kort indrukken), naar standaardweergave terugkeren
(ingedrukt houden)
[7]
Keuzetoets: kiezen (draaien) en bevestigen (indrukken)
EnviLine A/W Split E • 6721824304 (2020/09)
4
menu
5
info
6
fav
7
0010033360-001

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave