3
Montage
3.1 Ruimtemontage van de
Smart-Control
AANWIJZING!
Gebruik het apparaat uitsluitend in droge
ruimtes en bescherm het tegen elektromagneti-
sche straling.
De Smart-Control-afstandsbediening kan op een
wand bijv. in de woonkamer worden gemonteerd.
Voor de wandmontage van de Smart-Control-
afstandsbediening gaat u als volgt te werk:
1.
Wandhouder met schroeven en deuvels
direct op de wand bevestigen.
2.
Busverbinding (max. 50 m) met afge-
schermde kabel (4 x 0,5mm²) op het kroon-
steentje in het kabelkanaal van de hydrauli-
sche module aansluiten.
3.
Steekverbindingen met de sleuven in de
Smart-Control verbinden.
+12V = geel / B = groen /
A = bruin / GND = wit
4.
Smart-Control op de wandhouder schuiven.
92
50.75
1
2
Ø 57
60
Afb. 27: Opbouw en afmetingen van de achterklep
van de wandhouder
1: Wandhouder/achterklep
2: Kabelgeleiding bij wandmontage
Er bestaat de mogelijkheid om twee Smart-Control-
afstandsbedieningen gelijktijdig aan te sluiten. In
dit geval wordt aan elke afstandsbediening een
verwarmingscircuit toegewezen. De toekenning
geschiedt middels de toekenning van een Control
Panel-nummer. De Smart Control-regelaar van de
warmtepomp krijgt "altijd" het nummer 1. Verwar-
mingscircuit radiator en verwarmingscircuit vloer
kunnen dan met de toekenning twee resp. drie
worden toegewezen. Als de afstandsbediening is
geïnstalleerd, moet het aan de afstandsbediening
toegekende Control Panel nummer nog in de rege-
laar van de warmtepomp van het geselecteerde
verwarmingscircuit worden opgeslagen.
Voor de programmering gebruikt u de installatieas-
sistent zoals in het hoofdstuk betreffende de inge-
bruikname van de warmtepompregelaar is
omschreven.
27