REMKO Smart WP-MANAGER
Favoriete niveau: voor de gebruiker
Met de draaiknop (draaiing naar rechts) komt u in
de overige weergaven terecht. Hier kunt u snel en
ongecompliceerd de belangrijkste parameters
instellen en de opbrengst in kilowatt-uren en het
weerbericht aflezen
Warmwater
De streeftemperatuur van het reservoir (instel-
ling met de linker Softkey-toets, vervolgens met
"OK" bevestigen) is de temperatuur waarmee de
conventionele naverwarming het reservoir moet
verwarmen om het comfort te kunnen waarborgen.
Bij een opbrengst door zonne-energie kan het
reservoir aanzienlijk warmer worden. De max. tem-
peratuur bij opladen door zonne-energie kan onder
Instellingen/Zonne-energie/Reservoir worden
gewijzigd. In principe moet om rendementsre-
denen de streeftemperatuur, indien mogelijk, zo
laag mogelijk worden gekozen. Als de ter beschik-
king staande warmwaterhoeveelheid niet vol-
doende is, moet de waarde worden verhoogd.
Hierbij moet de maximale temperatuur van de
warmtegenerator in acht worden genomen.
De modus (keuze met de rechter Softkey-toets,
vervolgens met OK bevestigen) voor de warmwa-
terbereiding is als volgt instelbaar:
Automatisch comfort: De warmwaterbereiding vindt
altijd plaats overeenkomstig de ingestelde streef-
waarde - dit betekent geen optimalisatie van de
opbrengst van de zonne-energie.
Automatisch eco: Om de opbrengst van de zonne-
energie zo maximaal mogelijk te maken, wordt tij-
dens het laden van het reservoir de streeftempera-
tuur van het reservoir omlaaggebracht met de
"Tolerantie tijdens zonne-energiebedrijf". De naver-
warming van het reservoir wordt vervolgens ver-
traagd of bij voldoende zonne-energievermogen,
voorkomen.
Alleen zonne-energie: De warmwateropwarming
vindt uitsluitend op zonne-energie plaats, dit bete-
kent bij onderschrijding van de streeftemperatuur
er geen conventionele naverwarming plaatsvindt.
Afb. 20: Warmwater
Draai de draaiknop naar rechts.
14
Binnenklimaat
Met Kouder/warmer kan de temperatuur van de
verwarming worden aangepast (instelling met de
linker Softkey-toets en vervolgens met "OK" beves-
tigen). Als de kamertemperatuur te laag is, moet
eerst de kamerthermostaat (op de radiator) hoger
worden ingesteld. Als dit niet voldoende is, dan
moet de waarde warmer/kouder met 1°C hoger
worden ingesteld. Dit komt overeen met ca. één
graad kamertemperatuur.
Met de modus Binnenklimaat (keuze met de
rechter Softkey-toets, vervolgens met "OK" beves-
tigen) kan de bedrijfsmodus van de kamerverwar-
ming worden gedefinieerd.
Automatisch (geadviseerd): De modus schakelt
aan de hand van de buitentemperatuur automa-
tisch tussen verwarmen, stand-by en koelen (spe-
ciale uitvoering). Hierbij wordt rekening gehouden
met de geschiktheid van het gebouw om warmte
op te slaan. De kamertemperatuur blijft bijv. tijdens
koele nachten in de zomer uit waardoor onnodig
gebruik achterwege blijft.
Verwarmen: De verwarmingsmodus verloopt con-
form de buitentemperatuur en verwarmingscurve
(afhankelijk van de weersomstandigheden).
Stand-by: In stand-bymodus wordt niet verwarmd
of gekoeld. De vorstbescherming is echter wel
actief.
Koelen: De koelmodus verloopt conform de buiten-
temperatuur en de koelcurve (afhankelijk van de
weersomstandigheden).
Afb. 21: Binnenklimaat
Draai de draaiknop naar rechts.