Netaansluiting
(vervolg)
Beveiliging tegen overbelasting
Indien de tolerantiegrenzen van de elektronische soft-
starter worden overschreden, schakelt de softstarter
het net automatisch uit.
Als het relais is geactiveerd, moet de oorzaak worden
verholpen. Een ontgrendeling of terugstelling van het
relais is niet nodig.
Startgedrag
De instelling van het startgedrag vindt plaats aan de
DIP-schakelaars achter de beschermkap van de elek-
tronische softstarter. De DIP-schakelaars zijn fabrieks-
matig op het desbetreffende warmtepomptype inge-
steld.
Vóór inbedrijfstelling de instelling van de DIP-schake-
laars met de gegevens op het afzonderlijke "aansluit-
en bedradingschema" vergelijken en eventueel aan-
passen.
Verklaring van de led-indicaties
L1
L2
HOLD TO TEST
PUSH TO RESET
SMC-3
OVLD SETTING
LED STATUS
ON
RUN/ON
RUN/FAULT
1
OLVD
2
TEMP
3
PHASE REVERSAL
4
PHASE LOSS/OPEN LOAD
5
PHASE IMBALANCE
6
SHORTED SCR
7
TEST
A1 A2 IN1 IN2 97 98 13 14
T1
T2
Afb. 30
Aantal keren knipperen
1 Overbelasting
2 Te hoge temperatuur
3 Fasenomkeer
4 Faseverlies/motor niet aangesloten
5 Fasenasymmetrie
6 Kortgesloten thyristor
7 Test
Montageverloop
L3
T3
49