Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Tips voor het gebruik van transparanten
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort, de
structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met de transparanten die in de lade
zijn geplaatst.
•
Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
•
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
•
Buig de transparanten en waaier ze uit zodat ze niet aan elkaar blijven plakken voordat u ze in de printer plaatst.
•
Als u een grote hoeveelheid afdrukken op transparanten wilt maken, druk dan niet meer dan twintig stuks per keer
af en wacht minstens drie minuten voordat u de volgende lading print om te voorkomen dat de vellen in de lade
aan elkaar blijven plakken. U kunt transparanten ook in stapels van twintig stuks uit de lade verwijderen.
Richtlijnen voor papier
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd
rekening met de volgende factoren voordat u afdrukt:
Gewicht
De laden en multifunctionele invoer kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht tussen 60–176 g/m
de vezel in de lengterichting. De lade voor 2100 vel kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal
2
60–135 g/m
en met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m
correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden.
Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund op papier van 60–176 g/m
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier kan
omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete,
vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen
voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er niet goed
op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Gebruik altijd
papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de 150 en 250 Sheffield-punten
geeft de beste afdrukkwaliteit.
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door de printer
kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet
blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
2
is mogelijk niet stijf genoeg om
2
.
80
2
en met