Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
6
Pas voor aangepast papier of papier van het formaat Universal de papiergeleiders zo aan dat de breedtegeleiders
de zijkanten van de papierstapel net raken.
7
Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de
printer.
Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de
afdrukkwaliteit te voorkomen.
Laden koppelen en ontkoppelen
Als de instellingen voor papierformaat en -soort gelijk zijn voor bepaalde laden, worden de laden automatisch
gekoppeld. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade
gebruikt. U kunt unieke papiersoorten, zoals briefhoofdpapier of normaal papier in verschillende kleuren, het beste
verschillende aangepaste namen geven zodat de laden waarin de papiersoorten zich bevinden, niet automatisch
worden gekoppeld.
Laden koppelen en ontkoppelen
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets
met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
75