TempControl
TempControl
bewaakt en regelt de tem-
peratuur bij het braden:
- Het braadvet kan niet oververhit ra-
ken.
- De vermogensstanden hoeven niet
handmatig te worden aangepast.
- Vaak draaien van het gerecht is niet
nodig.
Plaats de pan zo dat de sensor zich
midden onder de pan bevindt.
TempControl is niet geschikt voor fri-
turen en koken.
Gebruik de functie alleen voor bak-
ken en braden.
Aanwijzingen voor het gebruik
- U kunt een temperatuur instellen van
140–230 °C.
- Plaats alleen pannen op de kookplaat
die aan de buitenkant droog zijn.
- Gebruik geen hete, bruin verkleurde
of klonterige olie of olie met voe-
dingsresten
- Voeg het te bereiden voedsel pas toe
wanneer u het signaal hoort. Wan-
neer een onregelmatigheid wordt
vastgesteld, kan het zijn dat het ver-
warmingsproces wordt onderbroken.
- Voeg geen olie meer toe nadat het
voorverwarmen is begonnen.
- Verplaats de pan niet meer zodra het
voorverwarmen is begonnen.
Bediening
43