Brandgevaar door oververhitting
van gerechten.
Als u gerechten niet in de gaten
houdt, kunnen deze oververhit raken
en in brand vliegen.
Houd toezicht op het apparaat als
het in gebruik is.
Denk eraan dat de opwarmtijd bij in-
ductiekookplaten veel korter is dan
bij gewone kookplaten.
Kookplaat inschakelen
Raak de sensortoets aan.
Het touchscreen wordt ingeschakeld.
Als u daarna niets meer invoert, wordt
de kookplaat om veiligheidsredenen
na 1 minuut weer uitgeschakeld.
Vermogensstand instellen
Plaats de pan op de gewenste plaats.
Kies
Handmatig 1–9
Raak de gewenste vermogensstand
aan of swipe over de balk.
De ingestelde vermogensstand, het in-
stellingenbereik en de duur worden
weergegeven.
De duur geeft aan hoelang de kookzo-
ne actief is.
Als u over de duur swipet, wordt de
weergave teruggebracht naar 0.
.
Vermogensstand wijzigen
Als u met meerdere pannen tegelijk
kookt en de gewenste weergave is
niet oranje, dan moet u eerst de weer-
gave kiezen.
Raak de weergave van de gewenste
pan aan.
Stel de vermogensstand in.
Kookzone/kookplaat uitscha-
kelen
Kookzone uitschakelen
Raak de kookzone op het touch-
screen aan en houd deze vast totdat
de kookzone wordt uitgeschakeld.
of
Raak de kookzone op het touch-
screen aan.
Stel de vermogensstand in op 0.
of
Raak de kookzone op het touch-
screen aan.
Raak symbool aan.
Kookplaat uitschakelen
Om de kookplaat en daarmee alle
kookzones uit te schakelen, raakt u
de sensortoets aan.
Bediening
41