Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
■ Tonen
Parameter
Instellingen
Nagalm
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
Zweving
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
Toonselectie
Zie pagina D-6.
Oorspronkelijke
instelling:
GRAND PIANO
(MODERN)
Helderheid
–3 tot 0 tot 3
(BRILLIANCE)
Oorspronkelijke
instelling: 0
Balans tussen
–24 tot 0 tot 24
Oorspronkelijke
lagen
instelling: 0
■ Melodie/metronoom
Parameter
Instellingen
Tempo
20 tot en met 255
Oorspronkelijke
(TEMPO)
instelling: 120
Melodie
01 tot en met 60
Oorspronkelijke
selecteren
instelling: 01
(SONG
SELECT)
Volume van de
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
melodie (SONG
instelling: 42
VOLUME)
Volume van de
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
metronoom
instelling: 36
(METRONOME
VOLUME)
Maatslag van de
0, 2, 3, 4, 5, 6
Oorspronkelijke
metronoom
instelling: 4
(METRONOME
BEAT)
D-20
Bedieningstype
Omschrijving
(pagina D-18)
A
Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina D-9)
A
Regelt de breedte van de noten.
(pagina D-9)
A
Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina D-6)
B
Specificeert de helderheid van de
noten. (pagina D-7)
B
Specificeert het balans in het
hoofdtoon volume en het volume
van de gelaagde toon. (pagina D-8)
Bedieningstype
Omschrijving
(pagina D-18)
B (+/–)
Specificeert het tempo van
C (0 tot en
melodieën uit de
met 9)
muziekbibliotheek, de metronoom,
opname en weergave, enz.
(pagina D-10)
B (+/–)
Selecteert een melodie uit de
C (0 tot en
muziekbibliotheek. (pagina D-12)
met 9)
B
Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
muziekbibliotheek.
B
Specificeert het volume van de
metronoom. (pagina D-10)
A
Specificeert de
metronoommaatslag.
(pagina D-10)
Opmerkingen
Opmerkingen
• Gebruik altijd drie cijfers bij het
invoeren van waarden d.m.v. de
cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld:
Druk op de toetsen 0, 9 en 0
om "90" in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• Door tijdens de opname tegelijkertijd
op de + en – toetsen te drukken wordt
een waarde van 120 ingesteld.
• Gebruik altijd twee cijfers bij het
invoeren van waarden d.m.v. de
cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld:
Druk op de toetsen 0 en 8 om
"8" in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• Deze instelling kan niet worden
veranderd tijdens het opnemen.
• Deze instelling kan niet worden
veranderd tijdens het opnemen.
• De instelling voor de maatslag van de
metronoom kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van een
melodie van de muziekbibliotheek aan
de gang is.