MAN0984_Iss 2_06/15
7.11 mV-ingangskanalen kalibreren
Tijdens deze procedure worden mogelijk gaswaardes gegenereerd. Blokkeer of schakel processen of acties uit
In geval van katalytische pareldetectors maken de analoge ingangsmodules deel uit van de meetkring. Om die
reden blijven alle in bedrijf gestelde mV-kanalen in de blokkeringsstatus totdat ze gekalibreerd zijn.
U moet alternatieve veiligheidsmaatregelen overwegen wanneer u deze procedures uitvoert.
7.11.1 De basislijn van de mV-sensor afstellen
Het is belangrijk om 'Eerste ijking' te selecteren wanneer een nieuwe of vervangingssensor voor het eerst
wordt gekalibreerd, en 'IJking' voor alle volgende kalibraties.
Het is belangrijk om 'mV-basislijn afstellen' te selecteren wanneer u een nieuwe of vervangende sensor voor
het eerst kalibreert, en 'IJking' voor alle volgende kalibraties. Dit is ook van toepassing als óf het detector type
óf sensor type is gewijzigd tijdens het instellen van het kanaal, ook al is de sensor zelf onveranderd gebleven.
Als u dit op correcte wijze doet, ontstaat een tijdsinterval waarin vervangende of oude katalytische
parelsensoren op veilige wijze georganiseerd kunnen worden.
Als u dit niet correct doet, werkt de sensor mogelijk niet meer en wordt deze niet meer beschermd.
1) Vervang de katalytische parelsensor overeenkomstig de bijbehorende handleiding.
2) Controleer of de bedrading van de mV-sensor onbeschadigd en correct aangesloten is.
3) Voer de volgende controle bij schone lucht uit.
4) Log in als technicus of beheerder.
5) Selecteer Menu>Onderhoud>mV-basislijn afstellen en selecteer een mV-ingangskanaal.
6) Tik op 'Starten'.
7) Controleer of de instellingen van het type mV-sensor correct zijn.
8) Voer de sensorkalibratie uit zoals in het volgende deel is uitgelegd (het mV-invoerkanaal wordt
automatisch geblokkerd tijdens deze handeling).
7.11.2 Een mV-sensorkanaal kalibreren
Om een mV-ingangskanaal te kalibreren volgt u de onderstaande procedure in combinatie met de betreffende
instructies in de handleiding van de sensor.
1) Log in als engineer.
2) Selecteer Menu>Onderhoud>Gaskalibratie. Selecteer het kanaal dat gekalibreerd moet worden.
3) Selecteer 'Starten'. Voer een nulkalibratie uit en voer schone lucht aan in de sensor.
4) Bekijk de meting totdat deze stabiel is en tik dan op 'Toepassen'.
5) Bevestig het resultaat van de nul-kalibratie en druk op 'Volgende'.
6) Voer de concentratie van het kalibratiegas in en tik op 'Starten'.
7) Klikt als u klaar bent op 'Starten' en voer gas aan in de sensor.
8) Bekijk de meting totdat deze stabiel is en tik vervolgens op 'Toepassen'.
9) Bevestig dat de gasmeting correct is.
10) Verwijder het kalibratiegas uit de sensor en bevestig dat de gasmeting weer op nul staat (het mV-
invoerkanaal wordt automatisch geblokkerd tijdens deze handeling).
Inbedrijfstelling
Let op – Alarmblokkering
die mogelijk door gasmetingen worden veroorzaakt voordat u de test uitvoert.
61
Touchpoint Plus
Technische handleiding