MAN0984_Iss 2_06/15
Elektrische aansluiting en interface
5.1.1 Wisselstroomvoeding
Om het vooraf -ingestelde operationele voltage te bevestigen of te wijzigen, opent u de systeemklep aan de
voorzijde en verandert u, indien nodig, de voltageselectie op de SMPS-transformator aan de linkerzijde door
middel van een schroevendraaier op het punt dat wordt weergegeven op het geel-zwarte label hieronder:
Opmerking: De aardedraad dient uitsluitend met de aarderail verbonden te worden, niet aan de SMPS.
Regionale voedingskabels zijn voorzien van een kleur op basis van de volgende code:
Draad
Aarde
Aarde
Neutraal
Lijn
Zorg voordat u elektrische verbindingen maakt voor het volgende:
•
De schakelaar van de hoofdvoeding staat in the Uit-stand
•
Het systeem is ingesteld op werking met het juiste voltage.
Raadpleeg hoofdstuk 3.1.1 Voedingsvereisten voor meer informatie over de elektrische specificaties van het
systeem.
Opmerking 1: Bij een ingangsspanning van minder dan DC 23,5 V zal de reservebatterij niet opladen en zal
een waarschuwing 'accu laad niet op' worden weergegeven.
Opmerking 2: Velddetectoren hebben een eigen voeding nodig als ze meer dan 15 W per kanaal of een
gecombineerd vermogen van 40 W gebruiken. Raadpleeg Tabel 7: Verbindingen mA ingangsmodule voor
meer informatie.
AC-lijn
AC-algemeen
F – aarde (niet gebruikt)
-Ve DC
-Ve DC
+24 VDC
+24 VDC
Afbeelding 15. SMPS-verbindingen
Europa
Groen + Geel
Groen
—
Groen + Geel
Blauw
Blauw, rood of
Bruin
zwart
Tabel 5.
Regionale kleuren voedingskabels
23
AC-ingang
DC-uitgang
Aarde
Busbar voor
systeemaarding
VS
CAN
Groen
Groen
Wit
Wit
Rood of zwart
Touchpoint Plus
Technische handleiding
India/Pakistan
Groen
—
Zwart
Rood, geel of
blauw