MAN0984_Iss 2_06/15
Nieuwe waarden kunnen op verschillende manieren worden ingevoerd:
•
Vrije tekst (zoals kanaaltag)
•
Numeriek toetsenbord
•
Een optie aan- of uitvinken (bijv. een alarm van vergrendeld op niet-vergrendeld zetten of vice versa)
•
Een optie selecteren door een keuzerondje aan te vinken
•
Uit een lijst van beschikbare opties kiezen (bijv. kanaalnummer)
De configuratie is zo ontworpen dat die eenvoudig op het scherm is te volgen. U kunt Hfdst.13
Referentiehandleiding voor configureerbare parameters raadplegen voor gedetailleerde omschrijvingen van
alle parameters, standaardinstellingen en beschikbare bereiken.
7.6.2 Een kanaal configureren (mA invoer- en mV invoerkanaall)
De vereiste configuratiemethode selecteren, waarna u de instructies op het scherm volgt. Raadpleeg Hfdst.
13 Referentiehandleiding voor configureerbare parameters voor gedetailleerde informatie.
Opmerking: U moet over de vereiste configuratiegegevens beschikken voor u deze procedure start, anders
bestaat het risico dat het systeem u blokkeert en het onvoltooide kanaal buiten werking stelt, waardoor al uw
niet opgeslagen wijzigingen verloren gaan.
Om een individueel kanaal te configureren:
1) Log in als technicus of beheerder.
2) Selecteer Menu>Configuratie>Kanaalinstellingen.
3) Selecteer het vereiste type module.
4) Selecteer het vereiste kanaal en tik op Selecteren.
5) Selecteer 'Activeren' voor het vereiste kanaal.
6) Selecteer Kanaalnummer en Kanaaltag ingeven.
7) Selecteer een detectornaam en een sensortype om alle relevante configuratieparameters vanuit de
sensorcatalogus te importeren.
8) De kanaalparameters aanpassen.
9) Raak Einde aan wanneer de aanpassing van de kanaalinstellingen klaar is.
10) Controleer of de kanaalinstellingen geldig zijn voor ze te activeren.
11) Tik op Toepassen.
Een I/O-module wordt in de configuratiestatus gezet als voor een van de kanalen van deze module een
configuratie wordt uitgevoerd (bijv.. Kanaal in bedrijf stellen of Configuratie aanpassen).
Configuratiestatus houdt in dat alle in bedrijf gestelde kanalen in de I/O-module in de blokkeringsstatus worden
gezet: hierdoor zullen de ingangskanalen geen alarmen activeren en zullen uitgangskanalen geen acties
U moet alternatieve veiligheidsmaatregelen overwegen wanneer u deze procedures uitvoert.
Inbedrijfstelling
Let op – Alarmblokkering
uitvoeren.
54
Touchpoint Plus
Technische handleiding